bekende Nederlandsche deuntjes van het paard van Tours' bisschop, toch zingen in vele streken van Duitschiand de kinderen, wanneer het sneeuwt, als volgt : . Sankt Marten reitet auf seinem Schimel vorbeid).» Sint-Nikolaas' mantel of tabberd, waarvan zoo menig rijmpje spreekt, en ook de beroemde mantel van Sint-Marten, zijn wel degelijk uit éene stof gesneden met Wodens heklu (mantel), die volgens de Haddingsaga nu eens zwart, dan weer eens gevlekt is. Opmerking verdient het voorzeker, dat men, onder de Frankische koningen, de Cappa Sancti Martini in alle veldslagen mededroeg, juist zooals in den heidentijd de priester den hertog de speer van Woden ter hand stelde, om dezelve bij den aanvang van het gevecht in het leger zijner vijanden le werpen. Simrock veronderstelt zelfs, dat men vroeger Wodens mantel in de heidensche tempels zal bewaard, en hem den heeraanvoerder in zekere gewichtige omstandigheden zal ter hand gesteld hebben.

Nog dient er op gewezen, dat Sint-Nikolaas' knecht Ruprecht heet, een naam, welke vroeger op Woden zelve toegepast werd, en zooveel beteekent als de Rhumesprachtige, de in roem blinkende. Blijkbaar heeft men, in later tijd, als de mythe onduidelijk was geworden, den bijtitel van den god voor den naam van een afzonderlijk, tweede personage gehouden,en aldus heeft de volksverbeelding aanzijn geschonken aan den koddigen, zwarten knecht, — den plaatsverganger van Wodens reisgezel, Donar, — dien men, in stede van Alvaders wolkenmantel, eenen hondenpels, in stede van zijn zwaard, eene roede heeft toegeschreven. p0L DE MoNT

BOEKBEOORDEELING.

L. L. Du Bo. — Westvlaamsch Idioticon, heruitgegeven door Joseph Samyn, leeraar in 't bisschoppelijk collegie te Meenen. — Gent. A. Siffer, 1890.

Ik hoef er volstrekt hier niet op te drukken, hoe gewichtig de kennis der volkstaal voor onze vakstudiën is. Niet in hare

(1) De la Fontaine, Silleri und Brauche, bl. 81.

•'32 -