3ste Jaargang.

N° 133.

14 Juli 1881.

DE MAASGOUW

Weekblad voor Limburgsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde.

Prijs per jaargang:

Voor Nederland. . . 3 gulden België . . . 6i franken

Brieven en mededeelingen te bestellen

bij den uitgever LEITER IWYPELS, te Maastricht.

I>e nadruk van artikels, buiten toestemming der schrijvers, is verboden.

Abonnementen worden ontvangen bij den uitgever, alsmede bij alle postkantoren en boekhandelaren.

Advertentien : 10 cents per regel.

Geschiedkundige Aanteekeningen over

het dorp ROOSTEREN.

II

Den 16 Juli 1639 werd Herman Kleinen van Schinvdd door den deken van het concilie van Susteren, Joannes Brockarts, waarschijnlijk daartoe gedelegeerd door den deken van Montfort, als pastoor te Roosteren ingeleid, waarbij als getuigen tegenwoordig waren Joannes Six en Joannes Bress, kanunniken, en Winand Servatius, vicaris te Susteren. Hij overleed den 3 Februari 1655 (1).

Tijdens zijn bestuur kwam in 1653, onder goedkeuring van Mgr. Creusen, bisschop van Roermond, eene overeenkomst tusschen de burgerlijke en kerkelijke overheid tot stand over de pastoreele jura.

Kleinen had met vele wederwaardigheden te worstelen. Den 16 Octoberl646 plunderden woeste horden het dorp met de kerk en maakten zich gedurende zeven maanden schuldig aan de grootste gewelddaden. Eene attestatie der schepenen van Roosteren geeft ons een flauw denkbeeld van hetgeen deze plaats van de Lotharingsche en Duitsche troepen in dat en de opvolgende jaren geleden heeft. Zij luidt als volgt:

Wij Burgemeesters, Schepen ende Regerders des Kerspels Roesteren, onder de banck van Echt, doen condt ende tuigen hiermede voorde Opregte Waerheijt, dat wij tzedert het jaar 1646 genoitsaeckt zijn geweest boven allent tgeene wij bij onse middelen hebben weten bij te brengen, op te nemen de somme van sees dusent seven hondert en sieven en dertich gl. ende dat boven dijen tgeene van tvoorn bij ons ende onse voersaeten, door gelicke noit alnoch is opgenoemen ter somme van acht dusent acht hondert ende vertich gl. ende alnocli tzedert d'voorss. iaeren merckelicken ende irrecuperabilen schaden geleden te hebben, wegen der Jnquarteronghe van Lotringsche ende hochduitsche troeppen wij oock in 't plunderen onser kircken het minste ter somme van twintich dusent acht hondert en vier gl., ende des toe waerer oirconde soe hebben wij voorss. Burgemeesters, Schepen ende Regerders des des voerss. Kerspels onsen Medeschepen Amptssiegel der Stadt ende hoeftgericht Echt hier onder op Spatium doen drucken.

(1). Joannes Kiemen, kapelaan te Echt, die den 12 September 1645 stierf en te Roosteren begraven werd, schijnt zijn bloedverwant geweest l«zijn.

Actum Echt den 2 7bre 1651. (2)

Den 4 Mei 1648 stak zulke hevige wind op, dat het veer tegenover Roosteren en Maeseyck in de Maas verging, waardoor verschillende hun dood in den storm vonden (3).

Den 23 Mei 1653 vielen de Lotharingers weerom in het land en plunderden de kerk andermaal (4).

Na het overlijden van Kleinen bleef de pastorij drie maanden onvervuld, totdat op den 25 Mei 1655 Henricus van Eijck geïnstalleerd werd door den deken van Montfort Joannes Knippenberg, pastoor te Nieuwstadt, in tegenwoordigheid van den ambtman Havelmans te Montfort, Joannes Six, kanunnik te Susteren, en Peter Victor, pastoor te Holtum, alsmede van Joannes van Rossum, heer te Roosteren, en Peter Loomans, schepen. Hij overleed den 29 September 1670 en stichtte in de kerk te Roosteren een jaargetijde, dat nog gevierd wordt. Ook het tijdperk, dat deze pastoor aan het hoofd der parochie Roosteren stond, kenmerkt zich door allerlei rampspoeden; op den 2 Januari ligt het dorp bij den heerschenden watersnood onder, hetgeen zich herhaalde den 19 Februari, toen bij den ijsgang en het hooge water 30 a 40 personen in den vloed het leven lieten ; (5,) en in Mei 1668 vielen de troepen van Lodewijk XIV in het ambt Montfort, waar zij te Echt en te Roosteren alles uitplunderden (6) en schromelijke verwoestingen aanrichtten, als gevolg waarvan aangemerkt kan worden dat bij de kerkvisitatie, die den 9 Mei 1669 werd gehouden, de pastoreele woning geheel verwoest lag, hetgeen bij die in 1666 door den vicarisgeneraal van Oeveren gedaan nog niet het geval was, want deze maakt melding van het bestaan der pastorij met aangrenzenden tuin.

Als opvolger van van Eijck vinden wij Jacobüs Weijers van Meerssen, voorheen pastoor van Margraten, die den 30 0ctober 1670 door den deken van Monfort, G. Beumers, pastoor te Elmpt, geïnstalleerd werd, waarbij als getuigen fungeerden Augustinus Mathias Joannes Van den Bergh, Rutger Graus en Peter Wasseriberg. Weijers stichtte een thans nog bestaand jaargetijde. Zijn sterfdag viel op den 17 Januari 1681.

Den 9 Mei 1681 werd Christiaan Nieven van Roermond als pastoor geïnstalleerd door den deken van Montfort, Joannes Fdbius, pastoor te Nieuwstadt. Getuigen waren

(2) Archief van het Overkwartier te Roermond.

(3) Maasgouw, n. 43.

(4) . Op hel schutblad van het oude doopregister kau men het volgende van eene aanteekening ontcijferen: ...1(5 Sbris venerunt Lollringi spoliaverunt hoe templum Roesterense... seplem mensibus manserunl. 1653 die 23 Maii iterum venerunt Lotlringi et spoliaverunt hanc ecclesiam el [ere omnia debebamus. Ha quod a tempore noslro Mm... dtefcus adhuc Mis et manserunl tamdiu

(5) . Aanteekening in het doopregister van Roosteren,

(6) . Zie Maasgouw n. 36.