183 Jaargang.

n

15 Februari 1896, Ku 3

DE MAASGOUW

Orgaan voor Limburgsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde.

V^^JJS PER JAARGANG:

Voor Nederland 2 gulden.

k België 5 franken

Advertentiën: 10 cent per regel.

Dit blad verschijnt 2 maal per maand onder bescherming van het Provinciaal Genootschap voor geschiedenis en oudheidkunde in Limburg.

De nadruk van artikels, buiten toestemming der schrijvers, is verboden.

Abonnementen, brieven en mededeelingen te bezorgen bij de uitgevers Boostex & Stols,Achter 'tvleeschh. 39,Maastricht

Abonnementen worden eveneens ontvangen bij alle postkantoren en boekhandelaren.

Prioren van het voormalig Kruislieeren-klooster

te Maastricht.

Medegedeeld door I)' P. Dopplcr.

Het voormalig klooster der Kruisheeren te Maastricht — in den loop dezer eeuw tot garnizoens bakkerij, kleederenmagazijn en militaire woningen gebruikt en sedert 1 Januari 1896 bestemd voor proefstation cener landbouwschool — had zijn ontstaan te danken aan den godsdienstzin en de vrijgevigheid van een echtpaar dier stad, met name Egidius de Vleytinghen alias de Eldris en Johanna Coninx, die zich later metterwoon in het dorp Gingelom bij S* Truiden vestigden.

Deze schonken daartoe aan den generaal der Kruislieeren-orde, Hendrik de Noviomago (van Nijmegen), die tevens prior van het klooster van Hoei. was, 5 belendende huizen met bijbehoorenden tuin te zamen ongeveer ] bunder, gelegen binnen Maastricht „op die kommen" op grondgebied, in fundo, van S' Servaas-Kapittel en binnen de grenzen iftfra terminos, der parochie van S' Jan. Daarenboven gaven zij de som van 100 griffoenen om met het bouwen een aanvang te kunnen nemen. De generaal voornoemd nam dit aanbod gretig aan en vroeg onmiddelijk de noodige toestemming daartoe aan bij het Kapittel van S' Servaas, den Pastoor van Sl Jan en den diocesaan Bisschop. De toebenaming der beide eersten werd verkregen bij brief van 8 October 1437 van Johannes de Vatte pastoor van S' Jan ön Johannes de novolapide deken van S' Servaas namens fiet Kapittel; die van den bisschop van Luik, Jan van ■Beynsbercli werd verleend bij brief van 4 Januari 1438 daaraanvolgende. Luidens dezen laatsten brief zou het klooster bestaan uit : »claustrum, dormitorium, ecclesia, catnpanile, campana, cymeterium, domus, orti" en andere "officina" benoodigd volgens het gebruik en de gewoonte van de Kruisheeren-orde ; verder zoude het klooster bewoond borden door een deernsnumerus fratrum.

Niet onmiddelijk kwam het klooster tot stand, dat even¬

wel in den loop der tijden vergroot en uitgebreid werd. Ten tijde van prior Jan Proenen, was de oppervlakte der 5 bovengemelde huizen met den tuin ingenomen door de brouwerij, de bakkerij en de stallingen. De leden van het klooster deelden gedurende bijna 3 Vs eeuw, hef en Jeed met de ingezetenen van Maastricht, totdat zij getroffen werden door de wet van ] 5 Fructidor an IV (1 Sept. 1796), waarbij de Fransche Republikeinen de kloosterorden ophieven. Toen waren er 8 paters en 2 leekebroeders.

Wij geven hier de lijst van al de prioren van het klooster. Hunne namen met opgave van ecnige jaargetallen vonden wij in de origineele bescheiden van dat, welke wij onlangs onder handen hadden ; wij vulden ze aan met behulp der registers van inkomsten en uitgaven van procuratoren van het klooster, terwijl wij de bijzonderheden der acht eerste prioren ontleenden aan een kroniekje van den prior Jan Proenen, dat opgeteekend staat in zijn stipaal begonnen in 1528. Dit kroniekje dat hij volgens zijne eigene mededeeling, samenstelde met behulp van het Uier anniversariorum antiquior, aangelegd door den priorWillemHbrs t, en van andere origineele bescheiden en registers, bevat in korte woorden het ontstaan van het klooster, de beide voormelde brieven van het Kapittel van S' Servaas en van den Bisschop van Luik, alsmede de namen der acht eerste prioren waarbij bijzonderheden over hen en het klooster.

Michael van Testelt (van Thestel) was de eerste prior van het kloostei; zijn eerste medehelpers waren: Servatius van Hasselt, Martinus van Legden, Hendrik van Alost; deze laatste ging later naar het klooster te Aken; als prior vinden wij Michael nog vermeld in 1453.

Johannes Clocker, geboren te Aken, trad aldaar in het klooster zijner orde; hij werd prior te Maastricht; deze waardigheid legde hij na eenige jaren neder, vestigde zich daarna wederom in het klooster te Aken, alwaar hij nog lange jaren supprior was; wanneer hij het ambt van prior te Maastricht nederlegde vonden wij niet.