54e JAARGANG

mm

Afl. 2

MAART—APRIL 1934

DE MAASGOUW

LIMBURG S JAARBOEK VOOR GESCHIEDENIS, TAAL EN KUNST

REDACTIE: DE HEEREN Dr. P. DOPPLER, Prins Bissch. singel, Maastricht. Dr. G. GORRIS S.J., Tongerschestraat, Maastricht. Louis Baron de CRASSIER, Limmel.

PRIJS PER JAARGANG : Voor de leden GRATIS. - Voor NIET-leden: in Nederland 4.— Gld. Voor 't Buitenland 5.—Gld. Giro-nr. v. Limburg's Geschied- en Oudheidk. Genootschap: 167280.

ADVERTENTIËN : 10 cent per regel. De nadruk van artikels buiten toestemming der schrijvers is verboden.

UITGEVERS: BOOSTEN & STOLS, O. L. VROUWE PLEIN 23, MAASTRICHT.

OVER DE ST. SERVAASFONTEIN OP HET VRIJTHOF TE MAASTRICHT IN DE 17e EEUW.

II.

2. Het tweede gedeelte van het accoord met de steenkappers luidt:

Au mitan dudit fond il y aurat une colonne avecq premierement ung pied d'estal laquelle contiendrat trois piedz en quarreure et ung piedt et ung quart de haulteur.

La colonne suivante serat de trois piedz et demy de haulteur et deux piedz de grosseur.

Que le golle serat d'un pied et ung quart despes ou comme il serat trouve convenir pour la proportion de la pomme.

Que la pomme serat haulte conprins ledit colle cincq piedz et demy et en grosseur trois pied avecq certains anges en nombre de trois ou que ladite fontaine aurat son cours et enrichiz des belles aisles et aultres ornements selon la modelle et appartenant a la proposition desdits anges; ensemble la haulteur dudit pillir contiendrat jusques au dessour de la pomme dix pied et ung quart.

In het midden van den bodem der diepte zal allereerst een voetstuk van 1 1/4 voet hoogte, met een grondvlak van 3x3 voet geplaatst worden, en op dat voetstuk moet een pilaar van 2 voet breedte en 3 1/2 voet hoogte komen. Tot zoover is de tekst duidelijk en klaar.

Maar wat zal die pilaar moeten torschen? Een pomme en een golle of colle, samen 5 1/2 voet hoog. Golle is een schrijffout voor colle.

Een fomme van 3 voet dikte met drie waterspuwende engelen, met vleugels en anderszins volgens het model versierd. Een pomme is een peervormige bol of vaas, dat is zeker.

Daarbij wordt gesproken van een colle van ongeveer 1 1/4 voet dikte. Over het woord colle geeft de Dictionnaire de Trévoux geen uitsluitsel.

Dit vervelende geval noodzaakt mij, hier iets langer bij te blijven stilstaan.

Ir. G. van den Bergh, voornoemd, heeft, naar het schijnt, t.a.p. col (hals) voor colle gelezen en plaatst zoodoende op de vaas un épi d.i. een ijzeren spits, waarbij hij dacht aan de bekroning van het Luiker perron, eertijds eveneens op het Vrijthof staande als symbool van de jurisdictie van den prins-bisschop over deze stad. Het Luiker perron, een zuil op een voetstuk, omgeven door vier leeuwen, was bekroond door een pijnappel, waarop het bisschopskruis.

Voor colle lees ik liever collage, een verbindingsstuk in de bouwkunde, en dan wil het mij voorkomen, dat hier niet een spits, maar een onderstel of voet van de vaas bedoeld wordt; een voet van de vaas, uit één stuk steen met de vaas vervaardigd, van 1 1/4 voet dikte, ruim genoeg om er verticaal een gat in te maken voor een looden buis tot doorloop van het bronwater, dat van Necum hierheen stroomde.

Vandaar ook dat de hoogten van de vaas en het onderstel, omdat ze uit één stuk gehouwen waren, niet afzonderlijk in het accoord worden aangegeven; samen zullen ze 5 1/2 voet hoog zijn, wordt er gezegd.

É