„de verdediging van nederlandsch-indië." 947

soneel belangrijk wordt uitgebreid is niet zeker J) en waar de zekerheid niet bestaat dat bij het vrijwilligersstelsel het personeel op de vereischte sterkte kan worden gebracht en gehouden, is het noodzakelijk te breken met dat stelsel en over te gaan tot het eenige stelsel waarbij die zekerheid gewaarborgd is, n.1. het militie-stelsel.

Ook met het standpunt van den schrijver, dat Ned. Indiö een eigen Marine moet hebben, zijn wij het niet eens. Waar wij boven reeds aantoonden waarom wij de bemanning van de vloot uit overwegend Europeesch personeel wenschten te laten bestaan, vervalt van zelf een van de meest klemmende argumenten voor een afzonderlijke Ned. Ind. vloot, n.1. dat de bemanning voor een groot deel uit Ned. Ind. inboorlingen moest worden samengesteld.

Een bemanning van de vloot, bestaande uit Europeesch personeel, eischt van zelf éénheid van personeel; een organisatie met gescheiden personeel voor Ned. Indië en voor Nederland zou, afgescheiden van de vele nadeelen, welke reeds zoo menigmaal werden aangegeven en daarom hier achterwege worden gelaten, te kostbaar worden om te kunnen voldoen.

Doch niet alleen moet er eenheid zijn van personeel, die eenheid moet ook bestaan ten opzichte van het materieel. De verdediging van Ned. Indië tegen een buitenlandschen vijand is niet een belang van Ned. Indië alleen, het is een belang van den Staat der Nederlanden, hieronder te verstaan Nederland en de Nederlandsche Koloniën en bezittingen in Azië en Amerika, en als gevolg daarvan moet er zijn één Koninklijke Marine, waarvan een gedeelte in Nederland, een ander gedeelte in Ned. Indië. Beide deelen moeten elkander steun verleenen, en dat dit in tijden van spanning en zelfs van oorlog mogelijk zal zijn, achten wij in tegenstelling met den schrijver, waarschijnlijk. Beschouwt men de zee-oorlogen van den laatsten tijd, dan wijst alles op die mogelijkheid; in den Russisch-Japanschen oorlog konden de in Italië aangekochte schepen veilig Japan bereiken en kwamen het 2e en 3e Russische eskader zonder ongevallen op het oorlogsterrein; in den thans heerschenden Balkan-oorlog bereikten de Grieksche jagers van uit Engeland ongehinderd hunne plaatsen van bestemming.

!) Waar de resultaten van een verhoogd handgeld en van de werving van Negers, West-Indiërs enz. voor het Ned. Ind. leger zeer gering of nihil zijn, mag men niet verwachten dat dergelijke maatregelen voor de Marine meer succes zouden hebben.

Zie o. m. bovengenoemde verhandeling van den kapitein v. d. Weyden en de voordracht van den Kol. J. 0. v. d. Belt. 23 Februari 1912, gehouden in de vergadering v, d. Vereeniging ter beoefening van de Krijgswetenschap.