1064

KORTE MEDEDEELINGEN.

landen" (elk 9500 tons) ingericht voor 275 eerste en tweede klasse en 34 derde klasse passagiers, terwijl het dezer dagen bestelde derde schip (11500 tons) ruimte zal hebben voor 350 eerste en tweede klasse en 48 derde klasse passagiers. De in aanbouw zijnde goederen booten worden genaamd „Boeton", „Batjan" (elk 6400 tons), „Bawean", „Banka". „Boeroe" (elk 6600 tons), „Radja", „Roepat", „Riouw", „Rotti" en. „Rondo" (elk 7700 tons). Verkocht werden de s.s. „Koning Willem II" (4293 tons), „Madura" (3368 tons) en „Soembawa" (3375 tons).

Ook de Rotterdamsche Lloyd breidde de vloot belangrijk uit. In de vaart kwamen de goederenbooten „Merauke" (6674 tons), „Birma" (4859 tons), „Jacatra" (5373 tons), „Samarinda" (6825 tons), „Pontianak" (6799 tons) en „Arakan" (5106 tons). Het gestrande s.s. „Solo" werd afgebracht, volledig gerepareerd en onder den naam „Djebres" (3541 tons) opnieuw in de vaart gebracht. In aanbouw zijn nog de goederenbooten „Soerakarta" (6926 tons), „Madioen" (6900 tons) en het mailstoomschip „Insulinde" (10500 tons).

De Koninklijke Paketvaart-Maatschappij bracht in de vaart de s.s. „Van Overstraten" (4482 tons), „Van Cloon" (4519 tons), „Schouten" (1784 tons), „De Weert" (1783 tóns), „Singkawang" (589 tons) en „Singapore" (585 tons). Thans zijn nog in aanbouw twee s.s. van 5000 tons, benevens zeven kleinere schepen, waaronder éen motorboot. Deze laatste werd besteld nadat de motorboot „Sembilan" uitstekend had voldaan.

De Koninklijke Hollandsche Lloyd" splitste haar goederendienst op Zuid-Amerika in twee lijnen, één op Brazilië en één op de La Platahavens. In verband hiermede kocht zij drie s.s. aan, die de namen ontvingen van „Kennemerland" (4074 tons), „Gooiland" (3898 tons) en „Salland" (3657 tons). In aanbouw zijn thans nog de passagierschepen „Gelria" en „Tubantia" (14000 tons) die dezen zomer worden opgeleverd.

De Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij bracht in de vaart de nieuw gebouwde s.s. „ Jason" (3209 tons), „Luna" (1269 tons), „Fauna" en „Fortuna" (elk 1254 tons) en de aangekochte s.s. „Oberon" (1955 tons), „Sirius" (3368 tons) en „Hector" (3375 tons). Verkocht is het s.s. „Nereus" (782 tons), terwijl besteld werden de s.s. „Medea" (1270 tons), „Orion" (2750 tons) en „Triton" (2400 tons). Ondanks deze groote uitbreiding moeten nog telkens schepen gecharterd worden.

Door de overname van bijna alle aandeelen in den Koninklijken West-Indischen Maildienst kwam met deze maatschappij eene belangrijke fusie tot stand, welke o. a. ten gevolge had, dat naar gelang der behoefte, schepen van de eene maatschappij in de lijnen der andere konden gebruikt worden. Deze fusie is weder eene schrede nader tot het einddoel: bijna alle groote Nederlandsche reederijen in ééne combinatie te vereenigen, ten einde krachtiger dan voorheen tegen de buitenlandsche concurrentie te kunnen optreden. In verband hiermede verdient de bouw van het Scheepvaarthuis, waarin de kantoren van tal