TELEGRAFIE TE AMSTERDAM.

1121

een hardsteenen blok, dat eenigszins als isoleering dient. Het steunt op een blok gewapend beton van l'/z M. vierkant en 0.7 M. dikte, dat ingegraven is en rust op een stevige zandbedding.

De stagen of tuien zijn alle aangebracht op schuingeplaatste plaatijzeren kokers met stevige grondplaat (zie flg. III), die van binnen zijn volgegoten met cement. Zij blijken in den drassigen

Fig. III.

bodem echter nog niet voldoende stevig te staan en zullen, althans sommige, nog eenige voorziening eischen. De plaats is te zien op flg. 1. r)

De ondermasten hebben op iederen paal 2 stagen, van onder geïsoleerd door tuig-isolatoren van 12 ton draagkracht, de stengen elk één stag. Die der onderstengen hebben onder en boven een tuig-isolator van 6 ton draagkracht, die der bovenstengen zijn onder, boven en in 't midden geïsoleerd door schalm-isolatoren, die 3 ton kunnen dragen. De laatste waren eerst van touw genomen, om boven zoo min mogelijk metaal te hebben, doch dit bleek met het oog op het krimpen en rekken niet practisch, waarom ook hier tot ijzerdraadtouw is overgegaan. Tegen het gewicht van het luchtnet in staat op eiken top nog een stag in de aslijn ; deze stagen zijn op groote afstanden boven in gebouwen vastgemaakt om zoo horizontaal mogelijk te staan. Het stag van den noordmast loopt over de coupure heen, doch is

i) Zooals de aandachtige beschouwer al zal opgemerkt hebben is in deze fig. een tui weggelaten van den noordelijken mast. Hij staat recht tegenover den noordtui en de paal komt naast den weg langs het marinedok.