1156

POLITIEKE EN STRATEGISCHE BETEEKENIS

De Kretonzer kwestie.

GrieksctiTurkscheoorlog.

Ook op Kreta kwam het tot eene botsing tusschen Turken en Christenen, welke laatsten er de meerderheid vormen.

In het voorjaar van 1896 brak er een burgeroorlog uit; de Turken concentreerden zich in de havenplaatsen, de Christenen in het binnenland, bijgestaan door Grieken.

De Grieksche regeering toonde symphatie voor de Kretenzer Christenen ; zij aspireerde naar de vereeniging van dit eiland met Griekenland; ook onder de in Turkije wonende Grieken gistte het.

Teneinde een oorlog te voorkomen, zonden de groote mogendheden eskaders naar de wateren van Kreta en verkregen van den Sultan, dat hij een Christen tot gouverneur over het eiland aanstelde; tevens verkreeg het autonomie onder toezicht der Europeesche consuls.

Hierdoor verbitterd, wellicht ook onder invloed van Turksche ambtenaren, liepen de Muzelmannen op Kreta te wapen, staken het paleis van den gouverneur en de woningen der christenen in brand en dreigden alle christenen te zullen uitmoorden.

De Grieksche troepen landden daarop in 1897 op Kreta en namen het eiland in bezit.

Op voorstel van Engeland en Frankrijk lieten de groote mogendheden de havens van Kreta bezetten door eene internationale vloot en verleenden het volkomen autonomie.

Griekenland had zich daarbij neer te leggen. Jntusschen waren de Turken en Grieken op het vasteland al slaags. De Turken dreven de Grieken voor zich uit en maakten zich binnen enkele weken meester van Thessaliö; zonder eenige hoop, om den oorlog met succes te kunnen voortzetten, moesten de Grieken hun lot in de handen der groote mogendheden leggen.

De vrede van Konstantinopel gaf Thessalië aan Griekenland terug, maar enkele om strategische redenen gewichtige bergpassen bleven in de macht der Turken.

Griekenland moest eene oorlogsschatting betalen en zijne financiën onder controle der groote mogendheden stellen.1) De autonomie van Kreta werd gehandhaafd, prins George van Griekenland werd gouverneur; de Turksche troepen ontruimden het eiland.

Het resultaat der overwinningen op het Grieksche leger was dus voor Turkije weer negatief, het verloor een deel van zijn gebied, waarvan de integriteit door het congres van Berlijn was gewaarborgd.

Het kon Bosnië en Herzogewina voorts wel als verloren beschouwen.

Al had dan volgens meeergenoemd congres de bezettingdoor Oostenrijk tijdelijk geheeten, zij werden feitelijk als Oostenrijksche provinciën ingelijfd.

Het Europeesch Turkije bestaat nog slechts uit: Albanië; Macedonië en Thracië. Ook in Macedonië is het woelig.

1) Deze toestand bestaat nog.