1222

korte mededeelingen.

groep torpedobootjagers onder bevel van den groepscommandant, tevens commandant van Hr. Ms. „Fret", terwijl de groep van 4 jagers dienzelfden datum tijdelijk onder de bevelen gesteld werd van den commandant van het Nederlandsen eskader in Oost-Indië.

Schepen voor Algemeene diensten.

Hr. Ms. „Siboga", luitenant ter zee le klasse F. W. J. Groeneboom.

In verband met de onderhanden zijn de conservatieproef van verspermijnen, werd 1-14—15 — 18 t/m. 22 en op 25 November in het Janssensvaarwater vertoefd. Op 7 — 11 en 12 November werd ter voldoening aan een ontvangen opdracht op de reede van Grissee verbleven. 14 November werden bij Sembilangan schietoefeningen met den revolver gehouden en moesten de pogingen om dien dag buiten het westgat schietoefeningen met het geschut te houden, worden opgegeven tengevolge van opkomend slecht weer. 29 November werd tot het ondergaan van kleine herstellingen en ter periodieke dokking in het bassin van het Marine-etablissement binnengestoomd. De bemanning debarkeerde in de gebouwen aan den wal.

Hr. Ms. „Assahan", luitenant ter zee le klasse G. F.

noordhoek hegt.

Tot het ondergaan van kleine herstellingen en ter periodieke dokking vertoefde deze bodem tot 18 November te Soerabaja en vertrok op dien dag, na embarkement der equipage, naar Tandjoengpriok, waar 20 November gemeerd werd. In afwachting van nadere orders voor een te ondernemen reis werd tot eind verslagmaand in de haven verbleven. De oefeningen hadden zooveel mogelijk plaats.

Hr. Ms. „Mataram", kapitein-luitenant ter zee G. van Hulstijn.

9 November-14 December.

Ingevolg bekomen last vertrok Hr. Ms. „Mataram" 12 November van Soerabaja naar het gewest Riouw en Onderhoorigheden, waar, in verband met den plaats gehad hebbenden opiumroof de komst van een oorlogsschip zeer urgent geacht werd. 13 November werd ter reede Tandjoeng' Pinang geankerd en na gepleegd overleg met de autoriteiten ter plaatse 19 d.a.v. de eerste kruistocht door den Eiouw archipel aangevangen, om te trachten dé schuldigen op te sporen. 23 November werd weder ter reede Tandjoeng Pinang teruggekeerd. Van 26 tot 30 November werd een tweede kruistocht ondernomen, teneinde de door militairen bezette opiumverkoopplaatsen te bezoeken. Nergens werd iets bijzonders ontdekt.

3 December werd ter aanvulling van den kolenvoorraad naar Singapore gestoomd en den volgenden dag van daar naar Tandjoeng Balei gedebarkeerd te hebben, werd 9 December te