1264

korte mededeelingen.

Historische Doorgraving.

Wij kunnen hier de historische aanteekeningen omtrent de doorgraving der landengte, evenmin als die over de twee volgende hoofdstukken, niet op den voet volgden maar meenen er toch een en ander aan te moeten ontleenen.

Onder de oudere plannen eener doorgraving der landengte van Midden-Amerika is in het bijzonder voor Nederland van belang het feit, dat Koning Willem I zich in 1827 en 1828 bezig heeft gehouden met het vraagstuk der doorgraving van de landengte van Nicaragua, welke plannen door de Belgische omwenteling in vergetelheid zijn geraakt.

Herinnerd wordt aan de pogingen van De Lesseps.

Voor de Vereenigde Staten, welke nimmer de aandacht van de doorgraving der landengte hadden afgewend, werd het belang bij de doorgraving nog grooter, toen zij in 1898 dooiden oorlog met Spanje, in het bezit waren gekomen van Cuba en Porto Rico in den Atlantischen Oceaan en Guam en de Philippijnen in de Stille Zuid-Zee. In 1898 was de republiek Hawaii (Sandwicheilanden) door een besluit van het Amerikaansche Congres geannexeerd, terwijl een deel van den Samoaarchipel bij verdrag met Groot-Brittannië en Duitschland in 1900 aan de Vereenigde Staten was afgestaan. De vrije beschikking over eene doorvaart door de landengte werd voor de Amerikaansche vloot van de grootste beteekenis. Op het voorstel der regeering nam het Amerikaansche Congres 8 Maart 1899 eene wet aan, waarbij werd bepaald, dat er een kanaal tusschen de beide oceanen zou worden aangelegd. In hetzelfde jaar werd eene commissie benoemd „the Isthmian Canal Commission".

De Vereenigde Staten sloten 18 November 1901 met QrootBrittannië het zoogenaamde Hay-Pauncefote verdrag, hetgeen den aanleg van een kanaal alleen dooi- de Vereenigde Staten mogelijk maakte.

Panama verklaarde zich op 3 November 1903 tot onafhankelijke republiek. De Vereenigde Staten erkenden de nieuwe republiek en sloten met haar het zoogenaamde Hay-Bunau Varilla tractaat, krachtens hetwelk een stuk gronds ter weerszijden van het Kanaal van 5 mijlen breedte aan de Vereenigde Staten werd afgestaan tegen ' een bedrag van 10 millioen dollars.

Het Amerikaansche Congres besliste in 1906 ten gunste van een sluizenkanaal.

Terwijl de Pranschen te kampen hadden gehad met geldelijke moeilijkheden en met groot verlies van menschenlevens ten gevolge der op de landengte heerschende gele koorts en malaria, hadden de Vereenigde Staten over voldoende geldmiddelen te beschikken om de door hen aanvaarde taak te voltooien. De kosten van het geheele werk, met inbegrip der overneming der werken van de Pranschen, zullen 375,000,000