VERHOOGING V. H. VIDE HOOFDSTUK DER STAATSBEGROOTING

alleen het geval voordoen, dat men haar moet gebruiken om onze neutraliteit te handhaven, maar dan zal men de torpedovloot ook kolenschepen moeten medegeven. Wanneer de vijand inderdaad onze neutraliteit wil schenden, als hij ons territoir wil benutten om een hulpbasis op te richten, welnu, dan is de schending der neutraliteit een overgang tot den oorlogstoestand ; dan zijn wij de vijand geworden van dengene die de schending pleegt en dan komen wij dus weer in het geval van oorlog. Dan kan de torpedovloot ter plaatse zoo noodig nog even goed de taak op zich nemen om dien vijand zooveel mogelijk nadeel te doen als de artillerievloot van den Minister dat zou kunnen, waarbij dan nog valt op te merken, dat, als de vloot van den Minister eventueel zou afgerekend hebben met den vijand, zij dan zelf wel niet meer zou bestaan; terwijl omgekeerd groote waarschijnlijkheid bestaat, dat van het groote aantal torpedojagers, dat in de torpedovloot is opgenomen, althans een zeker deel zal overblijven om den vijand, wanneer hij verder mocht willen doordringen in onzen Archipel, hinderpalen te stellen. Althans zal door het optreden der torpedovloot meer tijd gewonnen kunnen worden, meer dan het geval zoude zijn met de schepen van den Minister. Op bladz. 44 van het Verslag der Staatscommissie kan men eenigszins lezen, hoe men in zulk geval zal trachten te handelen met de uit torpedobootjagers en de torpedokruisers bestaande vloot. Er is ook tegen de torpedovloot aangevoerd, dat de bewoonbaarheid daarop minder is dan op de artillerieschepen van den Minister. Ik wil dit niet geheel ontkennen, hoewel, naar de klachten, die wij vaak over het volkslogies aan boord onzer artillerieschepen vernemen, het er met het logies op die schepen ook niet zoo rooskleurig uitziet; ik wil wel toegeven, dat het verblijf aan boord op kleine schepen over het algemeen minder aangenaam kan zijn dan op groote schepen. In tijd van vrede kan men echter trachten daaraan zooveel mogelijk te gemoet te komen, en dit kan men doen, in de eerste plaats door de bemanning dikwijls af te lossen, dan door aan boord inrichtingen te maken waardoor het verblijf althans dragelijk wordt, terwijl bij oefeningen in den Archipel, op de rivieren, aan den wal logies kan worden gemaakt. In tijd van oorlog zal en mag van die bemanning van de torpedojagers veel gevergd worden, en wanneer men nagaat dat onze kleine torpedobooten van ons land uit naar Indië trokken en oversteken van Aden naar Colombo -■ wat verleden jaar door de torpedobootjagers ook weder geschied is, dan zal men moeten toegeven, dat van het weerstandsvermogen van de bemanning dier schepen, ook wanneer zij nu en dan in schuilplaatsen kunnen uitrusten, ook in oorlogstijd veel gevergd kan worden. Waarom zou men van de bemanningen niet kunnen vragen wat men vraagt van het Indische leger? Wanneer men de ontberingen kent die het Indische leger in sommige omstandigheden op Atjeh moet lijden en de zware vermoeienissen die het daar soms moet doorstaan, dan geloof ik, dat men zulks van de marine even goed mag