154

VERHOOGING V. H. VI1"5 HOOFDSTUK DER STAATSBEGRÜOTING

gehad — de geachte afgevaardigde uit Botterdam III heeft er reeds, op gewezen - hebben aan het licht gebracht, dat de verschillende officieren van de marine zich op uiteenloopend standpunt plaatsen naarmate van den leeftijd of van hun rang, dat de jongeren zich veelal verklaarden voor een torpedovloot en torpedobooten, terwijl de ouderen meer de voorkeur gaven aan een artillerievloot. Dat is iets, dat vanzelf spreekt. Het is duidelijk, dat de jongeren, die zich meestal op torpedogebied hebben bewogen, waaraan de Nederlandsche marine grootendeels den voortreffelijken staat dankt waarin het torpedo-wezen zich verheugt, groote waarde hechten aan hun wapen en daaraan de voorkeur geven boven alle andere.

Ik ben niet tot die conclusie gekomen. Ik heb aandachtig gelezen wat in verschillende richtingen in tijdschriften en dagbladen is geschreven -en in de Marine-Vereeniging is voorgevallen en ik ben tot dezelfde slotsom gekomen als de voorzitter van genoemde vereeniging, die. op den interessanten avond van 30 Januari 1910 heeft gezegd: „Mijne Heeren! Ik zal niet overeenkomstig het gebruik ten aanzien van de debatten overgaan tot resumtie van de hedenavond gehoudene. Ieders slotsom zal wel zijn, dat hij veel wijzer heengaat dan hij kwam, maar velen zullen mij ook zeker toegeven, dat hoe wijzer men wordt, hoe moeilijker het is een beslissing voor zich te nemen."

Na het lezen der verschillende discussies sta ik ten slotte aan de zijde van den Minister, waar deze de voorkeur geeft aan de artillerievloot.

Als men de. voorkeur geeft aan een torpedovloot en dus de torpedo-divisies over den Indischeu Archipel verstrooit, zal men over een groot aantal depots en plaatsen moeten beschikken, waar een kolenvoorraad is en waar men allerlei inrichtingen aantreft, zooals magazijnen, kleine reparatiewerkplaatsen, een kazerne, een inrichting voor draadlooze telegraphie, enz. In de monden van rivieren die als het ware geïsoleerde wildernissen zullen zijn, komen dan de torpedo's te liggen en men moet niet vergeten, dat een zeer groot aantal van die torpedobooten over den Indischen Archipel verspreid zal moeten zijn, omdat het niet mogelijk is, dat die booten zich lang en ver van hun standplaats verwijderen. Zij moeten in de buurt daarvan blijven en dus op de plaats waar zij gestationneerd zijn alles vinden wat zij noodig hebben voor onderhoud en reparatie. Ik behoef niet te zeggen, dat dit veel kosten zal veroorzaken en dat het moeilijk zal zijn het zoo aan te leggen, dat alle booten steeds dicht bij haar basis kunnen blijven, met uitzondering op de Noordkust'van Java.

Hierbij moet men ook bedenken, dat die torpedobóoten alleen maar kunnen dienen voor nachtelijke aanvallen, en dat het nut van de onderzeebooten, die wel bij dag kunnen aanvallen, voor Indië nog niet vaststaat. Neemt men aan dat men ook over zulke booten in Indië zal kunnen beschik-