222

VERHOOGIKG V. H. VIOE HOOFDSTUK DER STAATSBEGROOTING

de noodzakelijkheid van pantsermaterieel kan aanvoeren, gelegen is in hetgeen ik dienaangaande in de andere Kamer mededeelde op bladz. 1120 van de Handelingen.

„Op den voorgrond stel ik, dat ik daar slechts een van de redenen heb genoemd waarom ik pantsermaterieel bepaald noodig acht. Ik heb een voorbeeld willen geven. Misschien dat ik wat dat aangaat niet erg duidelijk ben geweest, maar dat was mijn bedoeling. Op dit voorbeeld wensch ik allereerst nog even terug te komen, omdat de geachte afgevaardigde de meening geuit heeft, dat, wat de daar besproken neutraliteitshandhaving betreft, kleine pantserschepen even nutteloos als torpedomaterieel zouden wezen.

„Ik weet, dat de geachte afgevaardigde zich op zeer bescheiden wijze heeft geuit en zelfs gezegd heeft, dat hij maar een vraag deed, maar waar die vraag is gedaan, wil ik er toch dieper op ingaan. Ik zal nog even voorlezen wat ik in de Tweede Kamer heb gezegd. De geachte afgevaardigde zal daaruit zien, dat in dat geval klein pantsermaterieel niet hetzelfde is als torpedobooten. Ik heb toen namelijk gezegd:

„Er is in deze Kamer wel eens gezegd - en in het algemeen bestaat er een strooming in die richting — dat men het alleen met klein materieel zou kunnen doen. Ook heeft men den Minister gevraagd: indien wij nu eens dat geld niet toestaan, moeten wij dan naderhand toch weder offeren voor nieuwe groote schepen ? Daarop heb ik bevestigend geantwoord, want met de heeren, die meenen, dat wij het alleen met klein materieel kunnen doen, ga ik volstrekt niet mee.

„Ik zal dit nu motiveeren. Om de taak van de handhaving onzer neutraliteit langs onze kust te beoordeelen, moet men zich een voorstelling maken van den vorm onzer kustlijn en van de verdedigingsmiddelen die er zijn. Wij hebben daar verschillende stellingen, al zijn die nu niet al te best in orde. Er zijn versterkingen in den Helder, in IJmuiden en aan den Hoek van Holland. Overigens is er niets. Wanneer men echter bij het noord-oosten van onze kust begint, vindt men eerst den Dollard, dan het Friesche zeegat, het Vlie, het Brouwershavensche gat, de Roompot en eindelijk den ingangvan de Wester-Schelde, waar het noodig kan zijn de neutraliteit te handhaven ingeval twee andere natiën met elkander in oorlog zijn: dit kan ook het geval zijn in de territoriale wateren tusschen de stellingen gelegen.

„Nu vraag ik: zullen wij alleen met torpedobooten of klein materieel de neutraliteit kunnen handhaven? Neen, Mijnheer de Voorzitter, dat kan men niet met torpedobooten doen, want om van de torpedo een nuttig effect te kunnen hebben 'is het noodig het doel binnen een bepaalden afstand, den zoogenaamden lanceerafstand, te naderen. De torpedo's dragen tegenwoordig wel wat verder dan vroeger, maar het is toch altijd zaak als men raken wil, om wat dichter bij te komen."

„(Omdat de snelheid van torpedo's zeer gering is, is de