voor het dienstjaar 1912. — beraadslaging.

243

punten gereleveerd, natuurlijk, omdat hij als technicus op die punten sterk staat in de discussie — omtrent het gebrek aan kolen berging, omtrent de werkingssfeer van een schip als de „Espana". Ik had de „Espana" alleen als voorbeeld genoemd, omdat dit voorbeeld in de geheele polemiek is gebruikt, ik wil echter aan dat voorbeeld niet gebonden zijn voor hetgeen ik meen, dat voor ons moet worden aangebouwd. Nu zegt de Minister: de werkingssfeer van een „Espana" zal zijn 2250 mijlen, dat is voor ons niet genoeg. Ik heb daartegenover gesteld, dat een zeer bekwaam zeeofficier aangetoond heeft, dat er niet 800 ton kolen, maar desnoods 1900 ton kon geborgen worden in een schip als de „Espana", en dat men dan. verkrijgt een werkingssfeer van over de 7000 mijlen. Die berekening komt voor in een van de brochures, die wij ontvangen hebben, en de gronden daarvoor worden aangegeven. Nu zegt de Minister: het staat in zoo'n technisch boekje zooals ik hier bij mij heb. Juist, zulke boekjes zijn geschreven door menschen die eminent kundig zijn in die zaken, en dat de berekening in de brochure met de berekeningen van zulke boekjes overeenkomt, vermindert de waarde daarvan werkelijk niet, integendeel, dat maakt de berekening sterker.

Maar, zegt de Minister, de schepen die zoo zwaar geladen zijn met kolen, kunnen in een gevecht niet gebruikt worden. Mijnheer de Voorzitter! Ik weet niet of wij met onze schepen steeds zullen moeten vechten, en of, als het op vechten aankomt, wij zoo'n extra grooten kolenvoorraad noodig hebben. Maar het is niet onbekend, dat de schepen van de Engelsche vloot, die onder alle omstandigheden kunnen beschikken over tal van kolenstations, berekend zijn op een normalen kolenvoorraad en op een oor logs voorraad. Indien dat zoo is, laat ons dan niet wijzer zijn dan de Engelschen.

Mij dunkt dus, dat de bestrijding van hetgeen ik mij veroorloofd had in het midden te brengen — ik heb dat gedaan met verwijzing naar autoriteiten — niet bijzonder sterk was. Daaromtrent geldt ook nog dit. Indien in het gevecht van Tjusima de Russische schepen te zwaar waren geladen met kolen, dan wil dat nog niet zeggen, dat men een oorlogsvoorraad van 1900 ton, zooals de „Espana" zou kunnen hebben, altijd zal moeten laden. Neen, Mijnheer de Voorzitter, maar waar het noodig is, dat een schip als de „Espana" over een grootere werkingssfeer dan 2250 mijl beschikte, daar zou zoodanig schip in staat zijn, zich die grootere werkingssfeer te verzekeren.

Mijnheer de Voorzitter! Nog een woord over de werf te Amsterdam. De Minister heeft doen opmerken, dat de werf niet in eens kan worden opgeheven, — iets wat ik natuurlijk niet verlangde — maar dat, waar hij een eventueele geleidelijke opheffing beoogt, de door hem ingestelde commissie rationeel was. Mijnheer de Voorzitter! Laat de opheffing zoo geleidelijk zijn als men wil, als de Minister de werf drie of