BERAADSLAGINGEN.

Cardiffkolen, en om de proeven met Ombilinkolen nu zoo zuiver mogelijk te maken, heeft men die installatie overgebracht naar de Emmahaven en daar vooor dat doel opgesteld. Met deze proeven betreffende de Ombilinkolen is men pas begonnen op 1 September 1911.

Ik kan den geachten afgevaardigde alleen toezeggen dat, voor zoover er mijnerzijds wat aan kan gedaan worden om die proeven te bespoedigen, dat niet zal worden verzuimd.

Meer bevrediging kan ik hem schenken ten aanzien van het derde punt, dat hij zelf ook heeft genoemd het voornaamste, en hetwelk de opleiding van inlanders voor de vloot betreft. Laat mij ' vooraf zeggen dat hetgeen tot heden heeft plaats gehad eigenlijk geen opleiding is geweest, maar meer een voorloopig onderzoek of men de inlanders zou kunnen opleiden tot verschillende functies bij de vloot. Zooals de geachte afgevaardigde te recht in herinnering heeft gebracht, heeft men aanvankelijk op zeer bescheiden schaal een proef genomen op een torpedoboot; de bedoeling daarvan was na te gaan of de inlanders geschikt zouden zijn te maken voor de hoofdwerkzaamheden van den matroos-torpedist. Toen men daarmee bemoedigende uitkomsten verkreeg, werd die proef uitgebreid, en heeft men niet alleen meer menschen in opleiding genomen, maar is men ook in andere richting voortgegaan, door na te gaan of de inlanders ook waren op te leiden tot de behandeling van het geschut en als seiner.

Nu zijn de voorloopige uitkomsten daarvan niet gunstig geweest. Uit Indië zijn rapporten ontvangen, die eigenlijk het nemen eener opleidihgsproef ontraden; maar het is mijn vaste overtuiging, en die wordt ook door den Minister van Koloniën gedeeld, dat niet alleen de opleiding van inlanders tot verschillende betrekkingen bij de vloot mogelijk is, maar dat die ook moet tot stand komen. Het is een noodzakelijke voorwaarde voor de bemanning van onze vloot in Indië. Op den duur moet ook de inlandsche bevolking zelf een deel van die bemanning kunnen geven. De geachte afgevaardigde kan zich dan ook er van verzekerd houden, dat door de Regeering niets zal worden verzuimd om een opleidingsproef op werkelijk breede basis te doen plaats hebben, waarbij uit den aard deizaak, zoolang het onderwijs in Indië niet zoo algemeen is, dat men uit de inlandsche maatschappij menschen kan betrekken die behoorlijk onderwijs hebben genoten, aan deze opleiding voorloopig ook gewoon schoolonderwijs zal moeten worden verbonden.

Daarnevens moet echter nog iets anders gebeuren, en ik heb ook dat in overweging genomen. Wil men de inlanders in ruimere mate op de vloot gaan gebruiken, dan zal het noodig zijn, dat onze marineofficieren weder, evenals in vroegere jaren,' voldoende Maleisen leeren. Men heeft naar mijn gevoelen ten onrechte eenige jaren geleden het Maleisch als leervak van den aanstaanden marineofficier laten vallen. Het