MEMOBIE VAN ANTWOORD.

509

het marinestokerspersoneel verkeert in dat geval niet in buitengewone omstandigheden.

Te allen tijde moet van dit personeel eene goede krachtsinspanning kunnen worden gevorderd.

De ondergeteekende vereenigt zich dan ook met de meening der leden, bij wie het voorstel om eene afzonderlijke toelage toe te kennen geen instemming vond.

Mariniers. x

Het is den ondergeteekende niet bekend, op welke feiten de meening berust, dat de mariniers, die voor vertrek naar Indiƫ worden aangewezen, soms slechts 14 dagen van te voren mededeeling van hunne aanwijzing ontvangen.

Uit een onderzoek over het afgeloopen jaar is gebleken, dat deze aanwijzing immer minstens 6 weken van te voren geschiedde.

Slechts kan het voorkomen, dat iemand, die aanvankelijk als reserve voor de uitzending werd aangewezen, later moet invallen.

Cantines.

Met betrekking tot hetgeen door verscheidene leden werd opgemerkt betreffende dit onderwerp, kan ondergeteekende mededeelen, dat door hem, in aansluiting met hetgeen ter zake voor de cantines der landmacht is beslist, bepaald is, dat met ingang van 1 Januari 1913 de verkoop van sterken drank in de cantines der marine niet meer zal plaats hebben.

Verloop onder het personeel.

Ter beantwoording van de leden, die niet zonder bezorgdheid hadden ontwaard, dat het personeel in de lagere rangen inkrimpt, moge worden opgemerkt, dat deze inkrimping kon worden verwacht, nadat in 1910 de leeftijd van aanneming te Leiden van 13V2 jaar werd gebracht op 14 jaar.

Gedurende het jaar 1911 hielden verloop en aanneming vrijwel gelijken tred, hetgeen blijkt uit de totale cijfers der sterkte op 1 Januari 1911 en 1 Januari 1912.

Ter voldoening aan de daaromtrent gestelde vraag volgt hieronder een overzicht van het verloop in de verschillende qualiteiten gedurende het jaar 1912, vergeleken bij de daaraan voorafgaande jaren.

De resultaten van de aanneming zoowel te Willemsoord als te Leiden zijn in het jaar 1912 ongunstig geweest.

Ofschoon het verloop normaal bleef, is het totaal aantal matrozen dan ook achteruitgegaan.

Eene bepaalde reden voor de geringere aanneming is den ondergeteekende niet bekend.

Ofschoon ook thans nog het aantal gasten beneden de behoefte blijft (zie bijlage Q) valt, eene toename te constateeren. Bij de beschouwing van het hierachter opgenomen staatje moet