516

MARINEBEGROOTING VOOR HET DIENSTJAAR 1913.

Deze bepalingen beoogen voornamelijk eene betere controle uit te oefenen op de goede werking der veiligheidsinrichting tegen nabranders, van welke inrichting de tuimelaar een deel uitmaakt.

Verblijf in West=Indië.

Hoewel ondergeteekende niet kan ontkennen, dat aan een langdurig verblijf in de West-Indische koloniën bezwaren verbonden zijn, zoo kan niet worden toegegeven, dat de omstandigheden van dien aard zijn, dat daarin voldoende reden zou zijn gelegen om het verblijf tot twee jaar te verkorten.

Bovendien zoude het oogenblik voor de overweging van dezen op de indeeling van personeel en materieel van grooten invloed zijnden maatregel weinig gunstig zijn, in verband met de voorstellen, die wellicht zullen worden gedaan door de Staatscommissie voor de Indische defensie.

Door veelvuldige reizen naar de verschillende eilanden in de Caraïbische Zee gelegen wordt getracht de noodige afwisseling aan te brengen.

Opiumdienst.

Uit de door eenige leden gedane vraag is af te leiden, dat de in bijlage N voorkomende mededeeling betreffende het aangaan van contracten ten behoeve van den Indischen dienst, verduidelijking behoeft.

Die contracten worden gesloten door den Minister van Koloniën; het Departement van Marine verleent zijne medewerking bij de voorbereiding en de uitvoering.

Voor den vervolge zal duidelijkheidshalve aan de onderwerpelijke mededeeling zoodanige vorm worden gegeven, dat misvatting is uitgesloten.

Reis van Hr. Ms. „Gelderland".

Beamende dat, wanneer men de keus uit meer schepen heeft, voor eene zending als die van Hr. Ms. „Gelderland" niet bij voorkeur een opleidingsschip zal worden aangewezen, wenscht de ondergeteekende te wijzen op de omstandigheden, dat in dit geval spoedig handelen geboden was.

De gebeurtenissen tijdens den Balkanoorlog hadden een dusdanig verrassend verloop, dat men zich plotseling geplaatst zag voor de mogelijkheid dat Nederlandsche onderdanen in een der oorlogvoerende Rijken behoefte zouden kunnen hebben aan bescherming.

Dat in een zoodanig geval het schip werd gezonden, dat zich reeds in de nabijheid van het oorlogsterrein bevond, behoeft dan ook geen verwondering te baren.

Ter voldoening aan den wensch van de leden, die gaarne zouden weten welke opdracht aan bovengenoemd schip werd verstrekt, veroorlooft de ondergeteekende zich hierbij over te