beraadslagingen.

549'

kerk niet. En toch men had beter gedaan als men eerst die grieven eens had onderzocht, en het had kunnen zijn, dat men dan tot deze conclusie was gekomen, dat voor de gewraakte houding van dezen Bond van minder marinepersoneel, eenige verzachtende omstandigheden waren aan te voeren. Mogelijk zou men bij een graad meer eerlijkheid tot de conclusie zijn gekomen, dat vrijspraak had moeten volgen, omdat de bond had gehandeld uit noodweer. Van dat alles is geen sprake; de Minister sprak over die grieven niet, en zonder die grieven te hebben onderzocht of beoordeeld, is het vonnis geveld.

Daarbij steekt zeer gunstig af de houding door den heer de Meester aangenomen. Deze heeft gezegd: gaat die grieven eens na, misschien blijkt het wel, dat die grieven en de houding van het personeel daartegenover, door de Regeering zelf zijn veroorzaakt. Ga overigens de excessen tegen, handhaaf gestreng de tucht, doch erken volledig het vereenigingsrecht. Dat was een houding die eerbied afdwingt. Maar de houding van de Regeering is onverdedigbaar. Men heeft de belangen van het personeel jarenlang verwaarloosd, ik begin hoe langer hoe meer te gelooven : opzettelijk verwaarloosd en men heeft zich ten slotte laten voortdrijven door het fanatisme van den heer Düymaer van Twist. Minister Wentholt die de marine kende, heeft keer op keer daartegen gewaarschuwd, hij heeft tot dien geachten afgevaardigde gezegd: dring met zóo aan op die vrijheidsbeperking van volwassen menschen, want gij zult daardoor aan de marine een heel slechten dienst bewijzen. Maar Minister Wentholt stond achter de groene tafel als èen Minister in een rechtsch Kabinet, vrij hulpeloos zonder bescherming; bij den aandrang jaren achtereen uitgeoefend door den heer Düymaer van Twist, zweeg de geheele rechterzijde en werd daardoor debet aan de maatregelen die ten slotte op instigatie van dien heer zijn genomen. En van daar nu deze ellende. Na de geschiedenis die wij in den Helder met admiraal v. d. Bosch en den vlootdominee hebben gehad, is dit nu reeds de tweede beroering die op de vloot is veroorzaakt, door zuiver clericaal drijven. .

Nu is het personeel opstandig geworden. Waarin heelt die opstandigheid bestaan? Het heeft niet willen deelnemen aan feesten en geen versnaperingen willen aannemen op den verjaardag van de Koningin. Dat was natuurlijk onaangenaam voor de autoriteiten, doch het personeel was niet in een fuifstemmmg.

Wat is er daarna gebeurd ? Heeft de Regeering daarna haar passagiersmaatregelen gehandhaafd? Als dit het geval ware geweest, dan had de Regeering blijk gegeven van haar vaste overtuiging, dat trots alles de afschaffing van het nachtpassagieren moest worden gehandhaafd in het belang van het vlootpersoneel. En in dit geval zouden van het standpunt van de Regeering zeer strenge maatregelen tegen den bond verklaarbaar zijn geweest.

Maar neen! Dat is niet geschied. De gehate passagiersM.-B. 1912-13. 35