BERAADSLAGINGEN.

553

gewaakt kan worden, dat een mindere niet te onderzoeken krijgt het geval van een meerdere.

Daar dit lichaam verder slechts een adviseerend karakter zou moeten hebben, zouden de leden van dien scheepsraad moeten worden aangewezen bij wijze van verkiezing.

De verschillende militaire bonden hebben deze zaak in studie gegeven aan een bevoegd rechtsgeleerde en te zijner tijd zullen zij waarschijnlijk bij den Minister, die dan daar zal zijn gezeten, komen met een uitgewerkt plan.

Ik wil den Minister op het oogenblik niet om zijn oordeel hierover vragen; als hij dat thans zou willen geven, zou dit zijn praematuur. De Minister moet de zaak maar eens kalm overwegen, maar laat hij daarbij dan bedenken, dat menige zaak, die aanvankelijk 'niet anders dan lachwekkend lijkt, later inderdaad tot stand komt en het nooit getuigt van wijs staatsmansbeleid, om iets, dat men zeer vreemd acht, met een glimlach af te wijzen. Ik kan den Minister verzekeren, dat, indien de Marine blijft bestaan, de scheepsraad er zeker komt.

Ik kom thans tot de bespreking van mijn tweede punt, de verbetering van de salarissen. Er is in de salarissen inderdaad nog droevig weinig verbetering gebracht. Sedert 1 April 1909 zijn de maandsalarissen omgezet in dagsalarissen met een vermeerdering van 26 cent tot f 9.75 in een geheel jaar. Dat is dan ook niet bedoeld geweest als een vermeerdering van de salarissen. De vermeerdering van salaris, die toen heeft plaats gevonden, bestond slechts hierin, dat aan de matrozen en mariniers 2de klasse één periodieke verhooging is gegeven ten bedrage van f 30.376 per jaar, dat de eerste en tweede periodieke verhoogingen van de matrozen 1ste klasse zijn verhoogd met respectievelijk f 28.50 en f 29 per jaar, en dat een 3de periodieke verhooging is ingevoerd voor de matrozen 1ste klasse ten bedrage van f 65.50 per jaar. Met andere woorden alleen de oudste matrozen hebben van deze verbetering van de salarissen geprofiteerd. En bij die verbetering stond het kennelijk doel voorop om de menschen door het lokaas van die 2de en 3de periodieke verhoogingen te bewegen tot verlenging van het dienstverband.

Als men nagaat, hoe hoog gemiddeld de salarissen van de matrozen en mariniers zijn, dan komt men tot deze conclusie - ik ontleen die aan een zeer uitvoerig en uitgewerkt rapport dat de Bond voor minder marinepersoneel dienaangaande het licht heeft doen zien -,dat het gemiddeld maandelijksch traktement van matrozen 1ste klasse bedraagt f 31.35, voor matrozen 2de klasse f 19.95, voor mariniers 1ste klasse f 30.45, voor mariniers 2de klasse f 20.40. ,

Nu wensch ik er op te wijzen, dat, zoo niet allen, dan toch zeer velen van deze menschen gehuwd zijn en een gezin hebben, Dan gevoelt iedereen wel, dat van deze geldelijke uitkeermg, die de menschen krijgen boven de scheepsvoeding en het ver-