beraadslagingen.

589

uitgesproken, dat hij meent dat aan billijke grieven gehoor moet worden gegeven - ik heb van deze zienswijze van den Minister met dankbaarheid nota genomen - daarom wil ik aan Zijn Excellentie vragen of hij in deze spoed wil betrachten. Dat lijkt mii op dit oogenblik mogelijk, omdat de Minister naar ik meen, in het bezit is van het rapport van de commissie voor de traktementsregeling van het personeel der marine.

De heer Colijn, Minister van Oorlog, ad interim Minister van Marine: Dadelijk doorgezonden aan het Departement van Koloniën.

De heer Düymaer van Twist : Ik vind het jammer, dat zulk een rapport zoo heen en weer wordt gezonden; daarmede gaat te veel tijd verloren; het rapport is nu van Marine naar Koloniën gezonden en straks gaat het van Koloniën weer naar Marine terug.

De heer Colijn, Minister van Oorlog, ad interim Minister van Marine: Het Departement van Koloniën moet er een paar ton aan medebetalen.

De heer Duymar van Twist : Dat mag zoo zijn, maar ik zou er op willen wijzen, dat men, als men werkelijk spoed wil maken, in drie weken zeer veel kan doen. De Minister is voortvarend • het zal aan hem niet liggen en ik hoop dan ook dat hij zijn invloed zal aanwenden om te maken dat in deze zaak bii Koloniën groote spoed wordt betracht. _

Van evenveel gewicht is de spoedige indiening van een wijziging der pensioenwet. Op dit oogenblik zijn verschillende onderofficieren aangewezen om den dienst te verlaten, o. a. een ziekenopzichter, naar mij van andere zijde bericht werd, die 50 dienstjaren heeft en op 1 Maart op pensioen zal worden gesteld. Indien nu vóór dien datum het voorstel tot wijziging der pensioenwet niet is ingediend, zal het gevolg daarvan zijn, dat die onderofficieren niet de voordeelen van die voorstellen zullen genieten. Als het ontwerp maar eenmaal is ingediend, is ei kans dat de datum van invoering der wet die zal zijn waarop het ontwerp bij de Kamer is ingediend. Daarom is het voor de onderofficieren'en voor de andere schepelingen van het grootste belang dat de Minister spoedig met een ontwerp komt.

De indruk, dien ik heb gekregen van het kader der onderofficieren bij de marine, is een zeer gunstige. Het lrjkt, mi.l, üat daaronder goede elementen zitten, menschen die waard zun dat men voor hen een woord in de Kamer spreekt. Enwaarikhiei cïis pleTt voor de'onderofficieren, hoop ik, dat de Minister bereid zal zijn, waar hij ook den nood wel zal kennen zoc, spoedig mogelijk aan den wensch van die onderofficieren te voldoen.

Wegens het ver gevorderd uur wordt de beraadslaging verdaagd en de vergadering gesloten.