608

MARINEBEGROOTING VOOR HET DIENSTJAAR 1913.

voor de equipage. De redevoering van den Minister die het geldt is hier gehouden en de zaak waarover het ging was aan iedereen bekend. Die circulaire gaf alleen aan hoe de zaak uitgevoerd moest worden. Die menschen weten, dat zij voor zekere handelingen uit den dienst worden gezet en dan vraag ik, of het nu voor hen van zoo overwegend belang is, te Weten hoe dat zal gebeuren. Als zij zich maar van die handelingen onthouden geschiedt er immers niets, dan wordt er tegen hen met opgetreden. Welke die handelingen zijn wisten zij reeds uit de redevoering van den Minister, die algemeen bekend isen wat hadden zij er nu aan te weten wat hier tegen die rede is ingebracht? De Regeering erkent dat niet als juist en die menschen hebben toch alleen met de Regeering te maken want deze geeft hun bevelen en daaraan hebben zij zich té houden. Het was dus voor hen alleen van belang te weten hoe de Regeering er over dacht en dat wisten zij. Maar nu is het juist de groote misvatting van dien Bond van minder marinepersoneel, dat hij zich stelt op het standpunt van de vakvereeniging die als gelijkgerechtigd tegenover den patroon staat. JNu wil die bond als gelijkgerechtigd staan tegenover de Overheid De geachte afgevaardigde uit Weststellingwerf heeft gezegd: excessen zijn gepleegd, maar dat was alleen sabotage, want het weigeren van de deelneming aan feesten was geen exces. Die redeneering gaat niet op, want het exces was niet gelegen m het middel dat gebezigd werd, maar juist in het feit, dat die bond zich stelde als gelijkgerechtigde tegenover de Regeering en als zoodanig wilde optreden om de Regeering te dwingen. Ik heb op den 15den December 1905 uitvoerig over de positie van de bonden gesproken en zal er nu niet op ingaan: ik wil alleen zeggen, dat ik toen tot de conclusie kwam, dat een vakvereeniging wordt opgericht om duurzaam invloed uit te oefenen op de arbeidsvoorwaarden en daarom optreedt als gelijkgerechtigd tegenover den patroon, om hem te dwingen de arbeidsvoorwaarden te regelen zooals zrj wil In het militaire echter is er geen patroon. Men heeft daar de Overheid, die gebiedt hoe de dienstvoorwaarden zullen zijn, en de dienstplichtigen, die de geboden hebben op te volgen, en die hebben dus te dienen zooals hun dat wordt voorgeschreven. De militair mag zich vereenigen en door zijn vereeniging zijn wenschen aan de Overheid kenbaar maken door middel van verzoekschriften, maar als hij dwingende maatregelen gaat toepassen pleegt hij een revolutionnaire daad en is hij m opstand, en moet hij verwachten als een opstandeling behandeld te worden. Wanneer dus de Regeering menschen, die zulke daden plegen, van de vloot verwijdert is zij op den juisten weg. Het is alleen nog maar de vraag, of men nog verder zal moeten gaan, en of het niet noodig zal Wijken maatregelen te nemen, waardoor strafbaar wordt gestel! het uitoefenen van ongeoorloofden druk op de Overheid door handelingen, welke in hun verband en samenhang een dwingend