BERAADSLAGINGEN.

651

het onderzoek wordt verbeterd en met meer waarborgen wordt omgeven. Wat mij betreft, ik zou er aan toe willen voegen, dat, wanneer de Minister zoo bevreesd is voor deeling van het gezag van den commandant, ik er niet tegen zou zijn indien de commandant de leden van den permanenten scheepsraad zou aanwijzen, instede van bij wijze van verkiezing te worden samengesteld.

Vervolgens heeft de Minister besproken wat ik gezegd heb over de salarissen en nu moet ik toch een zeer ernstig woord van afkeuring aan het adres van den Minister richten. De Minister zegt op bladz. 2136 van de „Handelingen":

„Maar in weerwil van deze maatregelen acht ik het toch bepaald noodig' weder eens de aandacht te vestigen op de eenzijdigheid waarmede de geachte afgevaardigde uit Weststellingwerf deze zaak behandelt". Ik heb toen mijn ooren gespitst om te hooren wat die eenzijdigheid zou zijn waaraan ik mij te buiten zou hebben gegaan. „Wanneer er wordt gesproken over de onvoldoendheid van de salarissen, dan wordt er in den regel bijgezegd, de menschen hebben een gezin met veel kinderen, terwijl men dan tevens niet zelden de aanvangssalarissen in iedere categorie hoort noemen".

Heb ik dat gedaan? Heb ik gesproken van aanvangssalarissen? Heb ik gezegd, dat al die menschen een gezin met veel kinderen hebben ? Heb ik die eenzijdige voorstelling gegeven, dat die menschen met gezinnen en veel kinderen niet kunnen toekomen met hun aanvangssalaris ?.Niets van dat alles, men leze slechts mijn rede op bladz. 2056 na, men zal dan zien dat ik alleen gesproken heb over het gemiddelde salaris. Hoe had de Minister dan het recht om mij eenzijdigheid te verwijten ? Hij legt mij eerst een argument in den mond, dat ik niet heb gebezigd en gaat dan mij bestrijden naar aanleiding van dit door mij niet gebezigde argument. Dit acht ik een wijze van debatteeren' die niet goed te keuren is.

Dan zegt de Minister verder: de matrozen lste klasse ontvangen op 21-jarigen leeftijd f 22.50. Wat de Minister daar zegt is volkomen onwaar. Een matroos lste klasse ontvangt gemiddeld pas op 27-jarigen leeftijd dat salaris, omdat hij gemiddeld pas op 27-jarigen leeftijd matroos lste klasse is. Dat blijkt duidelijk uit het zeer uitgewerkte rapport, dat de Bond van minder marinepersoneel omtrent deze zaak het licht heeft doen zien in 1911, en hoewel dat rapport menigmaal in de Kamer is besproken, is er nog nooit van de zijde van de Regeering een enkel woord daartegen aangevoerd. Pas wanneer men mij kan aantoonen, dat deze cijfers in het rapport niet deugen, zal ik mijn zienswijze hieromtrent herzien.

De' Minister heeft toen, nadat ik hem had geïnterrumpeerd zijn stelling eenigszins verzacht en gezegd : hij kan op 21 jarigen leeftijd matroos lste klasse zijn. Volkomen juist. Zoo kan iedereen ook Minister van Marine worden. Maar evenmin als dit regel is, evenmin is het regel, dat een matroos op zijn 21ste jaar