740

marinebegrooting voor het dienstjaar 1913

Jagers „Bulhond" en „Jakhals',.

Men wachtte met belangstelling de resultaten af van het door den Minister in de andere Kamer toegezegde onderzoek met betrekking tot hetgeen gedurende de proeftochten zou zijn voorgevallen met de manometers van de jagers „Bulhond en „Jakhals".

Aldus vastgesteld door de Commissie van Rapporteurs den psteD Maart 1913.

Kratjs.

Van Löben Sels.

Vermeulen.

Staal.

Van Wassenaer van Rosande.

MEMORIE VAN ANTWOORD.

algemeene beschouwingen.

Beleid van den Minister.

Aangenaam was het den ondergeteekende kennis te nemen van de in den aanhef der algemeene beschouwingen uitgesproken beoordeeling van zijn beleid, waarvoor hij bij deze zijn erkentelijkheid betuigt.

Op de beschouwingen die door enkele leden werden gewijd aan de instelling van een Departement van Defensie, meent de ondergeteekende thans niet diep te moeten ingaan; hij Sluit zich aan bij die leden welke van gevoelen zijn dat dit onderwerp beter besproken zal kunnen worden bij de behandeling van de daarop betrekking hebbende wetsontwerpen.

Hij meent daarom te kunnen volstaan met de mededeeling, dat hij niet bevreesd is dat de te benoemen commissarissengeneraal oppermachtig zullen zijn. Het denkbeeld, oin het marinebestuur op te dragen aan een soort Raad van Admiraliteit, die dan door den commissaris-generaal zou kunnen worden voorgezeten, is door den ondergeteekende reeds in verschillende vormen overwogen. Eene beslissing is in deze belangrijke aangelegenheid nog niet genomen. j ,.'

Overigens verwacht ondergeteekende met de leden, cue onvoorwaardelijk hunne ingenomenheid betuigden met de voorgenomen verandering, dat de vereeniging van de beide takken van defensie onder één Departement zal bijdragen tot nauwere samenwerking van zee- en landmacht en op sommige punten tot een zuiniger beheer. _ .,.,"„

Ondergeteekende kan zich vereenigen met het oordeel deileden die, in het bijzonder gelet op de nog met beëindigde