IN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GEN ER AAL.

741

werkzaamheden der Staatscommissie, welke is benoemd by Koninklijk besluit van 5 Juni 1912, No. 60, de onderwerpelijke begrooting als een soort krediet-begrooting wenschten te beschouwen, waaruit echter niet volgt dat dit aanleiding heef gegeven tot stilstand in den aanbouw van materieel of tot niet-voorziening in de erkende behoeften, gelijk uit de verschillende aanvragen moge zijn gebleken.

Materieel.

Met voldoening werd door ondergeteekende vernomen dat men zich in beginsel vereenigde met zijne voordracht om, m afwachting van de voorstellen der bedoelde commissie, een «root gedeelte van het bedrag van 4.2 millioen gulden, bestemd voor nieuwen aanbouw, te besteden voor aanbouw van materieel, dat hoe de voorstellen van die Staatscommissie ook mogen luiden, nuttig en noodig zal zijn voor de verdediging van

^Ondergeteekende deelt, met betrekking tot hetgeen werd opgemerkt betreffende de aanschaffing van zoogenaamd klem materieel, de zienswijze van vele leden die het minder wenschelijk achtten thans een debat te openen in zake de vraag of groote schepen voor de verdediging van Nederland of voor die van Indië al dan niet noodig zijn.

's Rijkswerven.

Het was den ondergeteekende aangenaam te ontwaren,.dat men zich algemeen vereenigde met zijne aanvankelijke gezindheid tot opheffing der werf te Amsterdam. De hoop, dat wanneer tot opheffing wordt overgegaan - deze binnen enkele jaren haar volledig beslag zal kunnen krijgen, wordt door 'ondergeteekende gedeeld.

Het vraagstuk, of met de opheffing der werf te Amsterdam eene uitbreiding van die te Willemsoord gepaard zal moeten

gaa\iarnhet\rmelvTrkomt zal bij de behandeling van het ontwïp-kustLnds eene doeltreffende gelegenheid geboden worden om de vraag te bespreken, of door de voorgestelde vooi z eningen met bitrekking tot de Stelling van den Heidereet marine-etablissement tegen eene beschieting uitzee voldoende wordt beschermd. Het komt den ondergeteekende \ooi, dat zulks thans niet het geval is.

Personeel. De ondergeteekende is dankbaar voor trouwen dat hij door een tactvol doch stieng optieden er m zal sdagén om in den geest van het mindere personeel vetbetefinl te brengen. Toch verlieze men met uit het oog dat Deteimg ic U1«"&c' . t maar niet alles kan uitwerken. 7^lmgreetrtndeWMUreorie Tn Antwoord op het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer betreffende de algemeene beschou-