IN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL.

745

volgens het Voorloopig Verslag beter vonden hiermede te wachten tot het betrokken ontwerp aan de orde komt. Ik ben het daar niet mede eens, en wel om de volgende reden. Komt dit ontwerp eenmaal aan de orde, dan zou het voor mij zeer moeilijk zijn daartegen te stemmen, omdat, al heeft de Kamer formeel het recht een desbetreffend wetsontwerp af te stemmen, dit mijns inziens zou ingaan tegen den geest van art. 77 van de Grondwet, volgens hetwelk de Kroon ministerieele Departementen instelt naar welgevallen. Ik geloof dat het daarom, vooral voor de Eerste Kamer, goed is van te voren de wenken te geven, die zij te dien opzichte te geven wenscht. . .

Ik geef toe, dat er misschien voordeelen aan die vereeniging van Departementen verbonden zullen zijn, maar er zijn ook nadoelen aan verbonden. Men moet niet vergeten dat de persoon die aan het hoofd van dat Departement zal staan, zal hebben te administreeren in de eerste plaats een müitieleger, m de tweede plaats een vloot voor de binnenlandsche defensie, en verder een veel grootere vloot voor de defensie van onze koloniën. Hij zal daarvoor moeten hebben legerbesef, vlootbesef en koloniaalbesef. Laat ik daar nog bijvoegen een eigenschap, die ik bijna zou vergeten en wel die van vaardig te zijn in het debat en goed met de Kamer te kunnen omgaan. Die eigenschappen bezit de bewindsman, die op het oogenblik achter de groene tafel zit, zeer zeker. Maar nu vrees ik dat het m het vervolg niet zoo gemakkelijk zal gaan een titularis te vinden die al die eigenschappen bezit. Men zal meestal iemand krijgen die de laatste eigenschap in hooge mate bezit, maar waar bij de Departementen van Marine en van Oorlog zooveel technische quaesties zich voordoen, is het te vreezen, dat die Minister dan geheel zal moeten afgaan op zijn directeur-generaal. Zooals m hef Voorloopig Verslag gezegd wordt, is het te vreezen dat die directeurs-generaal, hoe jong en hoe bekwaam zij ook mogen wezen, wanneer men ze aanstelt, niet zullen ontgaan het lot van bijna iedereen, nl. van conservatief te worden, of zooals het in' het Voorloopig Verslag wordt uitgedrukt: dat zij met de jaren als het ware zullen versteenen. Daartegen voornamelijk zal'iets moeten worden gevonden.

De Minister heeft gezegd, dat het m het Voorloopig Verslag aangegeven denkbeeld van de instelling van een Board ot Admirality, in één of anderen vorm, reeds is overwogen, maar wat het resultaat van die overweging geweest is,_ zegt de Minister niet en toch zou ik het zeer gewenscht vinden dat de Minister dat wel zeide, omdat het daardoor voor ons gemakkelijker zal worden het wetsontwerp dat is ingediend te beoordeelen. ., , . ... . .

Het heeft mij verheugd - en ik breng er den Minister hulde voor - dat Zijn Excellentie niet gezwicht is voor den aandrang, waaraan hij van zekere zijde is blootgesteld geworden, om de gelden die hij andere jaren voor de marine in Nederlandsch-Indië uittrekt' ongebruikt te laten en die als het ware