36

wederlegging van het ongunstige oordeel, dezer dagen door sommigen over ons opera-gezelschap uitgesproken, 't Was weêr een van die degelijk muzikale uitvoeringen, die ons aan de beste tijdperken van onze Duitsche Opera herinnerde, en waarbij de toehoorder den aangenamen indruk verkrijgt, dat een opera-gezelschap ook in waarheid een muzikaal kunst-instituut zijn kan. Alle medewerkenden waren goed gedisponeerd en met ijver bezield, terwijl over het ensemble een gelukkig gesternte zweefde.

De schoonheden der Meyerbeersche partituur maken dit succes mede verklaarbaar, de moeielijkheden verhoogen er de waarde van.

De heer Hesselbacii (Robert) was nu veel zekerder van zijne zaak dan bij de eerste voorstelling, en zijne voordracht bewees, dat hij zijne moeielijke partij ijverig bestudeerd had. Loffelijke vermelding verdient deze zanger voor de wijze, waarop hij het eenigszins deunerige en triviale van de Sicilienne »O fortwie, a ton caprice'", door nette voordracht wist te verzachten. Mej. Basta werkte con animo, om hare partij, die eigenlijk voor de helft tot het dramatische vak behoort, zooveel mogelijk eer te bewijzen. Mevrouw Saae (Alice) en de heer Fischer (Bertram) vertolkten hunne partijen op recht artistieke wijze. De heer Garso vervulde de kleine partij van Raimlaut met hetzelfde succes als bij de eerste voorstelling.

Het koor werkte over 't geheel goed. Enkele onduidelijkheden in de balletscène daargelaten, kweet ook het orkest zich goed van zijn moeielijke taak. Levenmakerij , waartoe sommige plaatsen in de partituur aanleiding' kunnen geven , werd met loffelijke zorgvuldigheid vermeden. De wending ten goede, die sedert den aanvang van dit seizoen bij het orkest is waargenomen, blijft dus gehandhaafd. Volmaaktheid in dezen kan zooveel mogelijk benaderd worden, wanneer bij de repetitiën steeds de juiste tijd besteed wordt aan die gedeelten der partituur, die de meeste zorg vereischen. Voor H.H. operakapelmeesters , die altijd met omvangrijke partituren te doen hebben , is dit een punt van berekening, hoogst gewichtig voor het succes hunner werkzaamheid. Is voor dit doel eene repetitie méér noodig, zoo moet die gehouden worden. Zoodoende worden de opera-orkesten goed, en verkrijgen ze een graad van fijnheid, die anders niet te bereiken is.

Mevrouw ten Hage vervulde de rol van He'lène met smaak , en, in aanmerking genomen dat de ballet-scène met een fantaisie-corps moet gespeeld worden, verdient ook het arrangement loffelijke melding.

Een zeer talrijk publiek woonde deze voorstelling bij.

MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER TOONKUNST.

ERUDITIO MüSICA.

Vijfde concert, 2 Februari 1871.

Programma Eerste afdeeling. 1. Symphonie ri°. 1 (C-moIl) van Mendelssohn Bartholoy. ?. Die Flucht nach Egypten, voor sopraan-solo, vrouwenkoor en orkest, van M. Bruch, de solo gezongen door mej. Josephine Weyringer. 3. Concert (D-moll) voor piano, van J. Brahms , voorgedragen door den heer S. de Lange Jr. Tweede afdeeling. 1. Ouverture Medea van Cherubini. 2. Aria uit de opera Le Pré aux Clercs van Herold. 3. a. Drei M'drchenbilder (manuscript) van S. de Lange Jr ; b. Polonaise van Chopin, voor pianoforte. 4. Bei'm Sonnenuntergang, concertstuk voor gemengd koor en orkest, van N. W. Gade.

De symphonie, een werk uit een vroeger tijdperk van Mendelssohn, en waarin men den eigenaardigen stijl van dezen maëstro slechts weinig of bijna niet terugvindt, zou goed uitgevoerd kunnen genoemd worden, indien niet

de onbescheidenheid van pauken en trompetten een spaak in 't wiel gestoken had. De ouverture van Cherubini marcheerde goed.

Van de twee ten gehoore gebrachte vocaalwerken Die Flucht nach Egypten van Bruch en Beim Sonnenuntergang van Gade, zouden we, naar eene eerste auditie te oordeelen, nog wel de voorkeur geven aan het werk van den eerstgenoemden. Beide werken zijn eigenlijk leden van dezelfde familie, en Bruch is hier slechts een gelukkig navolger van Gade , maar zijn hoofdgedachte is schooner, en in zijn werk heerscht meer variëteit Nu komt hierbij ook in aanmerking, dat Gade reeds meer werken van hetzelfde genre heeft geleverd, en daar deze componist niet genoeg op verscheidenheid in zijn werk let, zijn 't steeds dezelfde instrumentaal-effecten, dezelfde rhythmen en dezelfde wendingen in de zangstemmen, die men hoort. Dit wordt op den duur monotoon.

Bruch's werk genoot een goede uitvoering, maar in de compositie van Gade bleek het koor niet voldoende voorbereid te zijn.

Mej. Weyringer, die de sopraan-solo in de compositie van Bruch gezongen had, vergastte het publiek bovendien op een recht goede voordracht der schoone aria uit Le Pré aux Clercs, en behaalde daarmede veel succes. De in de begeleiding voorkomende obligate viool-partij was bij den heer Wirth in goede handen.

Onze pianist, de heer S. de Lange Jr., trof het met zijne keuze van het concert van Brahms niet gelukkig. Het talent van dezen componist schijnt van zeer inconsequenten aard te zijn. Heden hoort men van Brahms een werk, dat frisch geïnspireerd en prachtig bewerkt is, morgen wordt u een ander werk opgedischt, dat kennelijke blijken draagt van gebrek zoowel aan inspiratie als aan praktijk. Tot deze laatste categorie behoort het piano-concert in quaestie. Eigenlijke hoofdmotieven zijn bijna geheel afwezig; de piano-partij, die slechts een illustreerend karakter draagt, is hoogst ondankbaar, en met de orkest-begeleiding verwart de componist zich in een kluwen, waaruit hij zich niet best te redden weet. Dien ten gevolge was het aanhooren van dit werk voor het publiek bepaald vermoeiend. Jammer, dat de solist met de voordracht der kleine compositiën in de tweede afdeeling zijn succes niet geheel herstellen kon. In andere omstandigheden zouden deze stukken voldaan hebben, maar nü ware voor een réparation de succes eene compositie van grooter vorm en meer aangrijpend karakter noodig geweest.

's GRAVENHAGE. KONINKLIJKE FRANSCHE OPERA.

Eene fraaie opvoering van Donizetti's La fille du Régiment, hadden wij onlangs te danken aan mej. Lambelé (Marie) en hare omgeving de HH. Boyer (Sulpice) en Laurent No. 2 (Tonio). Dit ijverige driespan gaf ons eenige nummers te hooren, welke door de welluidende en nauwkeurige voordracht een zekeren graad van volkomenheid bereikten, die ten slotte welverdiende toejuichingen uitlokten. De gelederen van het koor waren (welligt door ongesteldheden) eenigszins gedund, terwijl wij ook, bij andere voorstellingen, in het orkest een contrabas en een paar violen minder telden.

De uitvoering van Fra-Diavolo, een dier vele voortbrengselen der firma Scribe-Auber, die om hare vroolijke, eenvoudige muziek en geestige handeling veel aantrekkelijks bezit, bewees dat Fransche artisten zich veelal in dergelijke partijen te huis gevoelen, en zich door bevallige