87

E. Hol: De Balling op Zee; C. Eeinecke: Geistliches Abendlied; J. P. Swelinck: Eegina Coeli.

Hier ter stede is thans eene fransche opera gevestigd die met veel bijval op 18 April Halevy's Les Mousquetaires de la Eeine opvoerde en voor den 27 April La Dame Blanche van Boïeldien had aangekondigd.

©verleden. — Te Venetië, Ant. Buzzola, eerste kapelmeester der St- Marcnskerk. — Te Weenen, J. B. Streieher, hoofd van de beroemde pianofabriek Streieher und Sohn.

©ndersclieidinjseii. — De koningin van Engeland heeft de componisten Jnlius Benedict (schrijver van the Gipsys Warning enz.), William Sterndale Bennett (bij ons vooral bekend door zijne Waldnymphe en Nayaden ouvertures) en GeorgeElvey in den adelstand verheven.

EPISODE UIT HET LEVEN VAN J. B. CEAMEE. i

Op een schoonen zomeravond zag men een eenzamen wandelaar langzaam op en neder gaan langs de oevers van de Tyne, waaraan het stadje North-Shields is gelegen. Edel was zijne houding, zijn voorhoofd hooggewelfd , ernstig zijne trekken en schijnbaar was hij geheel in gedachten verdiept; doch eensklaps bleef hij staan, richtte het hoofd op en luisterde opmerkzaam. Hij stond voor een in aanbouw zijnd vaartuig, waaruit de zangrijke toonen van een viool schenen op te stijgen.

In den beginne klonk het als eene smachtende liefdesklacht, daarna scheen een onzichtbare kunstenaar het spottend antwoord van een meisje door zijne toonen als het ware weêr te geven. Zoo wisselde het beurtelings van klacht tot spot, van spot tot klacht, totdat beiden allengskens zachter werden en zich eindelijk vereenigden in een duet vol innigheid en zegevierende liefde. Op een wegslepend crescendo volgde eene diepe stilte.

))Bewonderenswaardig," riep de wandelaar uit die verrukt had toegeluisterd. »De toonen kwamen toch uit dit schip", dacht bij bij zichzelf, »ik wil weten wie het vermag om zulke klanken aan zijn viool te ontlokken." Zoo gezegd zoo gedaan. Om in het vaartuig te kunnen komen, stapte hij op eene plank welke een bruo- van den wal naar het schip vormde; deze echter niet stevig vastgehecht, raakte bij de eerste schreden in beweging en wandelaar en plank tuimelden in het water.

Een flinke jongen van omstreeks 15 jaar, die in het vaartuig zat, sprong, zoodra hij iemand in het water hoorde vallen, zonder aarzelen hem achterna, en bracht den vreemdeling gelukkig aan wal.

»Ik dank u, mijn zoon," sprak de geredde, »als gij er niet geweest waart, zou ik nooit vernomen ^hebben wat ik toch zoo gaarne zou weten," en te gelijkertijd beproefde hij op nieuw om in het vaartuig te komen.

»Wat wilt gij weten, wat zoekt gij toch in dat schip?" vroeg de jongen, »tracht liever eerst uwe kleederen te droogen."

»Eerst wil ik weten wie hier viool speelt, en den speler zien."

»Dat is zeer gemakkelijk," hervatte de jongen, »want die ben ik!"

De onbekende zeide wel niet tegen den knaap dat hij

1 Deze uitmuntende kunstenaar is voorzeker bij het meerendeel onzer lezers bekend, door zijn 42, om niet te zeggen 84, overheerlijke Etudes.

eene onwaarheid sprak, maar zag hem uitvorschend aan. Daarop greep hij zijn beide handen, drukte die deelnemend en hartelijk en zeide: »Hoe heet gij?"

»Ik heet William Shield," antwoordde de aangesprokene en ben uit Swalwell geboortig. Mijn vader was een arme zangmeester, en toen ik nog zeer jong was, gaf hij mij les in het vioolspel. Eeeds op mijn achtste jaar speelde ik . . . redelijk; voor twee jaren is mijn arme oude vader gestorven, mijne moeder heb ik reeds van mijne geboorte af aan moeten missen. Daar stond ik nu alleen in de wijde wereld, en was zeer ongelukkig. Ik moest toch leven, en toen verzocht ik een scheepsbouwmeester mij als leerling te willen aannemen. Hij deed het. Nu werk ik daags zoo goed en vlijtig als ik maar kan; des avonds evenwel en zelfs menigmaal des nachts, neem ik mijn viool, mijn boste troost, en dan speel ik, en denk aan mijn goeden vader. Dikwijls verbeeld ik mij dat hij mij hooren kan en dat is mijn grootste vreugde."

»Van wien is de compositie die gij zoo even speeldet?" vroeg de onbekende.

»Van Corelli en ook een klein gedeelte van mij zelve."

»Mijn zoon," hernam toen de onbekende, »ik ben maar toevallig hier en vertrek morgen weêr naar Londen. Wilt gij met mij mede gaan en.... ?"

»Hoe gaarne ik dat ook zou doen," hervatte de knaap, »ik kan en mag dit niet, ik moet mijn leertijd uitdienen. Mijn meester heeft mij vriendelijk opgenomen, toen niemand in cle wereld zich om mij bekommerde; ik moet trachten zoo nuttig mogelijk voor hem te zijn, om hem eenigermate te vergelden, wat hij aan mij deed."

»Braaf gesproken, mijn zoon, volg cle inspraak van uw hart; evenwel wanneer gij vrij zult zijn zoek mij dan op in Londen; beloof mij dat!"

»Van harte gaarne, maar hoe zal ik u in die groote stad vinden?"

» Vraag slechts naar den componist Cramer, hij zal u als zijn zoon aannemen!"

William Shield deed zijn woord gestand. Na verloop van een jaar wendde hij zich tot zijn beroemden beschermer, die zich zijner getrouw aantrok, en hem weldra een plaats als concertmeester bezorgde.

Later bezocht Shield Italië; na zijn terugkeer werd hij niet alleen hofmusicus van den koning van Engeland maar tevens ook goed componist. Hij schreef vele opera's Eosina, Eontainebleau, Eichard coeur de Lion, the Padlock, Abroad and Home, enz. en bleef tot aan zijnen dood (1808) de lievelings componist der Engelschen.

Onder al de lauweren en clen roem die hij door zijn talent behaalde, en clie nu door bijna iedereen vergeten zijn, (cle mensch toch vergeet zóo spoedig en zóóveel), herdacht Shield steeds met innige vreugde en edelen trotsch aan zijn leertijd als scheepstimmerman, en bovenal aan dien schoonen zomeravond, waarop hij zijn beschermer in de armen werd gevoerd, clie, uit opgetogenheid over zijn spel in het eenzame vaartuig, bijna verdronken was.

Correspondentie.

De concertbestuurderen cn muziekdirecteuren zullen de redactie verplichten met de spoedige inzending van de programma's hunner uitvoeringen ten einde daarvan melding te kunnen maken vóór dat die plaats vinden.

Eedactie en uitgever stellen er prijs op, het tijd-