CAECILIA EN HET MUZIEKCOLLEGE

147

Zooals een kok pasteien, zoo moest een componist symphonieën maken.

Reeds in Bachs tijd werden Symphonieën geschreven, meestal slechts uit één deel bestaand. De orchestpartij was niet meer dan strijkkwartetmuziek, waarvan eenige blazers sommige partijen verdubbelen konden. Vooral had de componist erop te letten, niet breedsprakig te zijn. In zijn „Critica Musica" leert Mattheson dat een symphonie van 80 maten veel te lang is! Deze symphonieën doen in vorm sterk denken aan de sonates in één deel van Domenico Scarlatti. De geschiedenis van sonate en symphonie gaan dan ook in vele opzichten parallel.

Toen J. S. Bach zich door de bewerking voor klavier van Vivaldi's vioolconcerten, vorm en stijl van het Italiaansche concert had meester gemaakt en zelf zijn concerten geschreven had voor orchest, begreep zijn zoon Philipp Emanuel dat deze vorm ook in de literatuur voor soloinstrument zonder orchest kon worden ingevoerd. Zijn klavierwerken in drie deelen, dien hij den voor alles passenden naam sonates gaf, hadden geheel den vorm der Italiaansche Concerti grossi: Allegro, Adagio, Presto. De vorm der afzonderlijke deelen verschilde evenwel, daar hij voor het presto niet een gigue maar een rondo schreef. Het rondo is een der oudste muzikale vormen, misschien wel de alleroudste; de oorsprong is waarschijnlijk in dansliederen te zoeken. In de kunstmuziek der middeleeuwen vermengt het Rondeau (Rondellus) zich vaak met den anderen natuurvorm oL: den kanon en eerst deFransche clavecinisten, die Bach ook bestudeerde, gaven het rondo zijn eigenlijk karakter van coupletlied terug.

Het eerste allegro bestond bij Ph. E. Bach, evenals nog bij vele sonates van Haydn, uit twee deelen, die beide herhaald werden en waarvan het eerste op den dominant eindigde. Later kwam Bach op de gedachte in deze toonsoort het

thema te herhalen, terwijl naar ik meen in sommige zijner sonates reeds een geheel nieuw thema in de toonsoort van de dominant voorkomt.

De Sonates van Emanuel Bach kregen in korten tijd een beroemdheid zooals de werken van zijn vader nooit gekend hadden. Wie haar vorm voor het eerst naar de Symphonie heeft overgebracht is, meen ik, niet met zekerheid bekend, wel weet men dat de eerste belangrijke werken in dezen vorm in Mannheim ontstonden en dat Anton Stamitz, kapelmeester van de keurvorstelijke kapel aldaar voor het eerst symphonieën schreef, die tot ver buiten de grenzen van zijn vaderland beroemd werden.

Mannheim, dat in dien tijd een bloeiende residentie was, mocht zich verheugen in het bezit van het beste orchest, dat in dien tijd in Europa te vinden was, misschien dat slechts het Parijsche orchest onder Gossec ermede te vergelijken viel. Dit was ten deele aan den kunstlievenden keurvorst, maar grootendeels aan Anton Stamitz te danken. Bij het Mannheimsche orchest werd voor het eerst op gelijkheid van streek bij de violisten gelet; dynamische contrasten en nuancen werden door Stamitz voor het eerst ontdekt. Hier leerde Mozart, wat met een orchest te doen viel; hier werd de vorm gevonden voor de symphonie, die Haydn en Mozart als zoo volmaakt beschouwden, dat zij haar bijna geheel overnamen. Deze vorm verschilde in enkele opzichten van Ph. E Bach's sonaten. In de eerste plaats voerden de Mannheimers (want Stamitz had schoolgemaakt) om het te groote contrast tusschen het langzame deel en het snelle laatste deel te verzachten tusschen beiden het menuet in. Misschien was het toeval dat de keuze juist op het menuet viel, dat de mode dans van die dagen was, misschien was het ook een zeer fijn aesthetisch instinct, dat hen deze uiterst gelukkige keus deed doen. (Wordt vervolgd).