CAECILIA EN HET MUZIEKCOLLEGE

207

genössischen Musik, een sociologisch geschrift, blijkbaar belangrijk maar alleen over Germaansche componisten.

iniiiiiimtiiiuiiiiiinii in ■■ min iiiitiii tii 11 it i in hui ui üi 11 ui in [iiiiTintininn miiiiiiiniiii tn i n ei m m i n n Tunii n i titn mti Het praatje van de maand.

De stilte is gekomen. Eindelijk. — Met September zijn de deuren van concertzalen en opera's opengegaan en tot half Mei hebben zij wagenwijd opengestaan, zijn zij om zoo te zeggen niet dicht geweest. Er is dus ruimschoots leven in de brouwerij geweest; maar nu is het ineens ijzig stil geworden, en mét die stilte is de moeielijkheid van het overzicht-schrijven gekomen.

Er gebeurt nu weinig, de echte belangstelling is er niet meer; er naderen nu een paar maanden, waarin voor muziek geen plaats is, dat wil zeggen niet voor de goede en nuttige huis-muziek, die altijd blijft of het nu winter of zomer is, doch voor de muziek in het begrip van openbaar muziekleven.

Veel te vertellen valt er derhalve niet. Ik kan u mededeelen, dat Willem Mengelberg in blakenden welstand uit Amerika terug gekeerd is, dat hij verheugd was weer in zijn goed Holland terug te zijn. In geen enkel opzicht hebben de maanden in de Nieuwe Wereld doorgebracht, den grooten dirigent teleurgesteld: zijn succes is volkomen, de ontvangst allerhartelijkst geweest, maar toch was hij dankbaar weer in het kleine Vaderland te zijn. En nog gauw is hij weer aan het werk gegaan; onmiddellijk na het vertrek van Dr. Muck — die nu weer verplichtingen elders heeft — heeft Mengelberg de leiding van populaire concerten te Amsterdam op zich genomen en men heeft hem ook alweer te Dordrecht aan het werk gezien, op het feest-concert gegeven ter herdenking van het vijf en twintigjarig bestaan van het Algemeen Nederlandsch Verbond.

Een paar weken na Mengelberg is de kleine Erna Rubinstein uit Amerika terug¬

gekeerd ; dit keer is zij ruim vijf maanden in de Nieuwe Wereld geweest, heeft zij gereisd van de eene stad naar de andere en overal is de violiste met geestdrift ontvangen.

Een komen en gaan is het tegenwoordig in de muziekwereld als nimmer voorheen: Erna keert terug uit Amerika en Bronislaw gaat er heen. Een verslaggever van het Vaderland heeft hem, Hubermann even te 's-Gravenhage gesproken. De eminente violist had pas te Parijs het Concert van Beethoven gespeeld met het door Koessewitzky geleide orkest en een stormachtig succes behaald. Vooral had het Hubermann goed gedaan, dat het publiek te Parijs hem als een oud vriend verwelkomd had. Het was zijn laatst concert in dit seizoen in Europa geweest. 4 Juni is Hubermann naar Zuid-Amerika vertrokken voor een reis van 40 concerten; dan volgen dertig concerten in Noord-Amerika. In het voorjaar van 1924 hoopt de kunstenaar weer in ons land een reeks concerten te geven.

Te München staat een bijzondere uitvoering voor de deur. Bruckner's Mis in f moll, die tot dusverre uitsluitend in de concertzalen ten gehoor gebracht is, zal daar, met goedvinden van de hooge geestelijkheid, in de Sint Michaëlskerk gezongen worden door de „Konzertgesellschaft für Chorgesang" met solisten in het Staatsorkest onder leiding van Dr. Rohr.

Om nog even op het concert te Dordrecht onder leiding van Willem Mengelberg terug te komen; het is gegeven door het „Algemeen Nederlandsch Verbond" ter herdenking van het vijf en twintigjarig bestaan van deze Noord- en Zuid-Nederlandsche stichting. In dit verband zal het programma van het concert velen allicht een beetje verbaasd hebben. Er zijn werken van Wagenaar, van Anrooy en van Goudoever gespeeld, uitmuntende keuze, waarop niemand iets zal willen aanmerken. Maar