CAECILIA EN HET MUZIEKCOLLEGE

217

een systeem van onderwijs te brengen. niet elke melodische eigenschap ontzeg.

Maar men laat een aanval nu eenmaal Ik heb dit trouwens nooit beweerd; inniet zonder verdediging. Enkele punten tegendeel! Die, zijne conclusie baseert op uit bovenstaande repliek eischen thans nog verkeerde veronderstellingen; dat hij vereen korte behandeling: bluft is, kan dan ook alleen hieruit worden

1. Ik schreef niet, dat het lezen van verklaard. Het „vrij" vinden eener melodie verschillende overtuigingen aantrekkelijker werd door mij overigens gesteld tegenover zou zijn dan het hooren, maar ik meende de „overgespannen" melodie van den heer dat toen, achteraf, na het congres, waarop A„ die ik niet als werkelijke melodie kan eigenlijk de gedachtenwisseling had be- accepteeren.

hooren te geschieden, eene schriftelijke 5. Heel erg is het, dat men zich compo-

behandeling, door het veranderde, meer nist waant, als men het niet is, en in dien

sportieve karakter van het debat, toch nog waan gesterkt wordt! Dit kan m.i. niet

aantrekkelijk zou kunnen zijn. Immers eene streng genoeg veroordeeld worden, en

bespreking op een congres is zakelijker geeft, ook op hooger plan dan het elemen-

en dus vruchtbaarder, en is dan juist geen taire, aanleiding tot de grootste wanbe-

sportdemonstratie, geachte heer Averkamp! grippen. Nogmaals: tusschen produceeren

2. De heer A. heeft wel degelijk, zonder en drukken der producten bestaat geen misschien die bedoeling te hebben, adviezen essentieël verschil, en van pret komt ernst, gegeven over de wijze waarop de har- Het krijgen van hoogmoedsbevliegingen monie onderwezen dient te worden, (uit- is altijd schadelijk; in casu zelfs gevaarlijk! werken van sopranen, opsporen van latente 6. De vergelijking opstel-vers met harharmonieën, etc. etc.) Deze dienden weinig moniewerk-compositie zou goed gesteld ter zake en mochten als bekend worden zijn, als er sprake was geweest van een verondersteld; ik neem er nota van dat componist. Daar dit niet het geval is, en de heer A. dit ook vindt van mijne voor- juist gesproken werd over niet-componisten, stellen over harmonische analyse. Con- is zij verkeerd. Zij had als volgt moeten trapuntisch-imitatorisch is „al deze raad- luiden: maken van een opstel — zeggen gevingen zijn kostbaar maar... overbodig" van een vers, en uitwerken van harmoniegoed geslaagd. opgaven ~ spelen van een compositie.

Zonder bedoeling waarschijnlijk ook, Of het noodig is dat men een goed opschrijft hij nu, dat ik grieven heb tegen stel kan maken om de fijnheden van een het in acht nemen van een goede stem- vers te begrijpen, meen ik te mogen bevoering bij het schriftelijk uitwerken van twijfelen. Om de gedachten en de geharmonievoorbeelden. Behoef ik nog te voelens van anderen te kunnen vertolken, zeggen dat deze verwarring geheel op behoeft men zijn eigen gevoelsleven nog rekening komt van den heer A.? niet in zelfgekozen woorden te kunnen

Wenn schon, denn schon! uitdrukken. Ik raad den heer A. aan, een

3. Den zin „Door de stemmen te spelen tooneelspeler, niet een regisseur, hierover etc..." heb ik niet geschreven. De alinea te raadplegen.

waarin sprake is van het vervolgen der 7. Het leeren van alle accoorden heeft

stemmen eindigt n.b. „Lezen dus, opnemen met de oplossingen niets te maken. De

van het tonenbeeld door het gehoor. Stem- beteekenis wordt later verklaard. Veel leer-

voeringsstudies hebben hiermede bitter lingen ontbreekt het juist aan het weten,

weinig te maken." - het gewone zien der accoorden, het snelle

4. Gaarne wil ik den heer A. gerust lezen, herkennen en hooren.

stellen en betuigen dat ik aan de fuga etc. 8. Inderdaad gaat de heer Averkamp