182

DE VEREENIGDE TIJDSCHRIFTEN

kunnen spreken. Ik kan U alleen zeggen, dat ik Uw werk liefheb. Liefheb, om de onbevangen eerlijkheid, waarmede Uw geheele persoonlijkheid zich afspiegelt in Uw kunst; om het groote, goede hart; om de trouwhartigheid; de innige liefde voor Uw land en volk, de trotsch om, en de wiltot-verheffing van onze eigen cultuur, die uit Uw werk spreekt; om het voorname bij allen eenvoud; om het evenwicht in de bewogenheid; om het fijnzinnige orkestkleed, en de teederheid Uwer orkestkleuren. Moge het land en het volk, dat naast Uw kunst zóó uw liefde had, U zijn dankbaarheid voor Uw gaven in die mate bewijzen, dat het zichzelf daarmee eert.

WILLEM ANDRIESSEN. * * *

Onder de scheppende toonkunstenaren, die aan het einde der vorige en in het begin dezer eeuw een wel zeer bijzonderen invloed op de ontwikkeling van het Nederlandsch muziekleven hebben uitgeoefend, is Bernard Zweers wel een der eersten.

Ofschoon hij als componist geen eigenlijke school maakte, was hij als zoodanig toch een persoonlijkheid van bijzondere beteekenis, ook door het groot aantal leerlingen, dat hij vormde en waarvan er zeer velen zich een belangrijke plaats als scheppend kunstenaar hebben veroverd of zich als leeraren van beteekenis hebben doen gelden en zoo den invloed van hun meester ook in nieuwe geslachten hebben overgeplant.

Dat Zweers als compositie-leeraar er slag van had, zijn leerlingen, niettegenstaande de strenge eischen van zijn contrapunt, de noodige vrijheid van zelfontwikkeling te laten, bewijzen wel de verschillende richtingen en stijlen, waarin meerderen van hen hun verderen ontwikkelingsgang hebben gevonden. Wat Zweers in allen op bijzondere wijze heeft trachten te kweeken, is wel zijn eigen aanstekelijk enthousiasme voor Holland en zijn taal.

Aan hem vooral is het te danken, dat de Hollandsche componisten niet meer bij voorkeur op Duitsche of Fransche teksten componeeren, maar wederom een eere- en eerste plaats gaven aan onze moedertaal. Zijn „Ons Hollandsen," voor mannenkoor met orkest, dat na z'n verschijnen zangers en publiek als electriseerde, klonk gelijk een eed van trouw aan die taal en aan zijn vaderland, dat hij later met zijn Derde Symfonie nog op zulk een buitengewone wijze zou eeren.

Den kunstenaar en meester een hartelijke gelukwensch op zijn zeventigsten verjaardag !

Arnhem. A. H. AMORY.

* * *

Hulde aan mijn oud-leeraar Zweers! Onlangs had ik nog het voorrecht de drie eerste deelen van zijn hoofdwerk, de symphonie „Aan mijn Vaderland", te dirigeeren. Welk een frischheid in dit werk. Hoe is bijkans alles direct uit de instrumenten zelf geconcipiëerd, treffend en raak. En de natuurlijkheid der melodische lijnen, de volstrekte beheersching van den symphonischen vorm bij dezen, nu reeds grijzenden, Nederlander hebben mij opnieuw getroffen. Dit werk heeft, ondanks zijn eerbiedwaardigen leeftijd, zijn gansch aparte plaats onder de orkest-composities van eigen bodem behouden.

Mijn oprechte hulde, Meester Zweers!

EVERT CORNELIS.

* * icHet is mij een behoefte mijn hoogge-

schatten geliefden vriend en leeraar „Oom Bab" op zijn 70sten geboortedag, openlijk dank te brengen voor al hetgeen hij ons gaf. Blijdschap, dankbaarheid en diepen eerbied vervullen mij als ik terug denk aan de ongelooflijk heerlijke lesuren toen destijds aan het Conservatorium en ook later genoten, lessen die ten eenemale gebroken hadden met de conventioneele wijze van lesgeven. Bij mijn eerste succes met mijn eerste werk zie ik hem nog stralend naar