236

DE VEREENIGDE TIJDSCHRIFTEN

helpen voorkomen, heeft Seelig sedert jaren en jaren Javaansche muziek opgeteekend en heeft nu een rijke verzameling uitgegeven van tweehonderd gamelanstukken.

S. begon reeds 1897 met opteekenen en dat dit noodig was, kan men opmaken uit het feit dat zijn verzameling een groot aantal oude stukken bevat, die nu aan de gamelan-muzikanten slechts bij naam bekend zijn, doch waarvan de muziek niet meer in het geheugen is. Voorts kon hij vaststellen dat verschillende stukken, in verloop van tijd, zeer sterke veranderingen ondergingen, vanwaar het komt dat men eenige nummers van denzelfden naam aantreft; dat beteekent dan dat wij hier te doen hebben met een vroegere opteekening en een latere, waarin die sterke afwijkingen voorkomen.

Bij de in later tijd opgeteekende stukken zijn de bespeelde instrumenten aangegeven, b.v. N voor kenong 1, 2, 3; G voor gong enz.

Zeer belangrijk zijn de drie laatste stukken, genaamd: „Gambir sawit", „Pangkur" en „Këtawang Rangsang tuban", wijl deze in partituur gegeven zijn en ons dus een proefje geven van het samenspel der verschillende instrumenten.

Hierbij vindt men ook dynamische teekens en aanwijzingen omtrent voordracht, iets dat pas in 1915 in Solo is ingevoerd en, volgens Seelig's meening, voor de gamelan uit den booze is.

Wat nu de kwestie betreft omtrent de tonen, die afwijken van ons toonstelsel, zoo is daarover in de literatuur omtrent dit onderwerp voldoende verklaring te vinden en heeft de verzamelaar in de inhoudsopgave steeds de toongeslachten aangegeven als: Pelog 6, Pelog 5, Salendro 6, Salendro menjura, Pelog barang enz.

Als drukfouten gaf hij mij nog op: No. 2, 4, 6, 8 moet zijn Pelog 5 en No. 32 Pelog 6.

Hadden wij reeds het werk over de

Gamelan van Groneman en Land; het stuk van Land in het „Vierteljahrsschrift für Musikwissenschaft" en uit den laatsten tijd verschillende belangrijke bijdragen in het tijdschrift „Mudato", zoo geeft ons „Gending Djawi" een zeer gewenschte aanvulling voor de studie van de Javaansche muziek.

Dit werk is in Europa te verkrijgen bij: Hug & Co. te Leipzig. ■iiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiTiiiiiiiiiiiinminiiufiiiiiiiiEiniiiiiHimiiiTiiiiiniiiiiiiiimiiHNiiiiTiiiiiiiiiimmiiiiuiiniUHfiHnn

Ingezonden.

Wanneer men in een dorp een zangkoor opricht en de bevolking bestaat uit arbeiders en meisjes, die alleen de Chevémethode machtig zijn en die niet in staat zijn, om in korte tijd het gebruikelike notenschrift te leren, hoe kan men dan stukken uitvoeren, die niet in chevé voorkomen ? In studie zijn op 't ogenblik: de Schoonste Feestdag van Cath. v. Rennes en Een Zeeuwsche jongen van Bernard Zweers. Zijn we wel ingelicht, dan is 't afschrijven van partijen niet geoorloofd (dit is zeker zaak van de uitgever?) en het uitvoeren van in chevé omgezette stukken evenmin. De zangvereniging in kwestie is natuurlik bereid om de vereiste kosten te dragen, maar zou graag willen weten, op welke wijze men de zekerheid kan krijgen dat in een dorp met zoveel zanglust, maar met zo beperkte zangmogelikheden, de gelegenheid geopend wordt om allerlei stukken in te studeren en uit te voeren op cijferschrift. De vereniging zal zeer dankbaar zijn voor een advies over deze vraag, die het voortbestaan van deze meer dan 50 leden tellende vereniging beheerst.

Arnhem. Dr. J. H. GOEDHART.

Een vraag voor uitgevers en bondssecretafissen. Red.

iiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiin

Necrologie,

Busoni. f Op achtenvijftigjarigen leeftijd is Ferrucio Busoni gestorven. Hij was de zoon