6

DE VEREENÏGDE TIJDSCHRIFTEN

hanteerd middel tot uitdrukking van 't voelen en beleven van den aan Bach verwanten modernen geest. Maar, naast dat oer-sterke, dat hevig-opbruisende, welk een fijne geleding ook, wat een doorzichtigheid, welk een teedere gevoeligheid, daar waar voor eenige oogenblikken rust intreedt!

Trouwens, 't geheele werk is vol schoonheden van poëtische essence, er klinken mysterieuze, onaardsche tonen, 't is soms alsof een goede geest in meditatie vrede gevonden heeft.

Hier is Reger dan toch wel „op zijn best": den in zich zelf gekeerden musicus, wiens natuur hem al het uiterlijke en effectrijke „om hetzelfs wille" deed schuwen, bij wien men het problematische geen oogenblik in bijbedoelingen behoeft te zoeken, zooals bij sommige andere modernen, —omdat dat raadselachtige in de muziek zelf ligt en grootendeels verdwijnt als men aan de modulatie-eigenaardigheden gewend is.

Opmerkenswaard is in den eersten satz o. a. het teere, lieflijke tweede thema in a-gr. t., zich voortbewegende in gracieuze deining van driekwartsmaat en dat met verrukkelijke als fluweel aandoende modulaties versmelt in de daarop volgende f gr-t-passage, die nog even, zeer zacht, uit de verte klinkt als een echo eener stem van een of ander geheimzinnig woud uit de sprookjeswereld.

(Wordt vervolgd.)

lllillIlIILIIllllHtlllItlfllllilllllllillllUlUllllllllIllllllIlinilIIUlllllltlIilElIilltlllllllIlilltllllllUll tlfllMltllllllllilllllilIllllllll

Boekbespreking

door

WOUTER HUTSCHENRUYTER.

Les Chefs d'Oeuvre de la Musique. Publiés sous la direction de Paul Landormy. Paris Librairie Delaplane, P. Meilotte, Editeur.

La Walkyrie de R. Wagner, Etude historique et critique. Analyse Musicale par André Coeuroy.

La Tosca de Puccini, Etude etc. etc. par André Coeuroy.

Lakmé de Léo Délibes, Etude etc. etc. par Joseph Loisel. Prix a frcs. 3.50.

Vroeger, 't zal wel haast twee jaren geleden zijn, heb ik een tweetal nummers van deze zelfde publicatie (Faust en Louise) vluchtig besproken in „Het Fransche Boek", en toen een zeer gunstige meening erover uitgesproken.

Nu zendt de Hoofdredacteur van genoemd tijdschrift mij wederom een drietal nummers, en na lezing meen ik goed te doen, naast de bespreking in H.F.B. (die uiteraard slechts kort en beknopt kan zijn) in deze bladzijden uitvoerig (zoo de Redactie het wil toestaan) de „Chefs-d'oeuvre de la Musique" te behandelen.

Wat het uiterlijk betreft: de boekjes zijn van een klein, handig formaat; juist dun genoeg om den lezer niet af te schrikken. Zij zijn, door den druk met een goede letter, en practische verdeeling van de rubrieken, gemakkelijk en aangenaam te lezen; de — zeer vele! — notenvoorbeelden zijn duidelijk gedrukt en — dit acht ik belangrijk! — waar zij meerstemmig zijn aangegeven, gemakkelijk speelbaar op de piano.

Dat Paul Landormy de opperste leiding heeft over deze uitgaaf, is een waarborg voor haar degelijkheid. Hij heeft blijkbaar, in afspraak met zijn medewerkers, een vasten vorm gekozen, die voor alle boekjes uit de serie dezelfde blijft. Wij krijgen te lezen: le. een beknopte maar volledige, en nooit oppervlakkige levensbeschrijving van den componist; 2e. „la Genèse de 1'Oeuvre et sa destinée; 3e. een zorgvuldige, critisch-ontledende beschrijving van het tekstboek, en 4e. de zeer uitvoerige analyse van de muziek der te bespreken Opera.

De kennisname van den inhoud van verschillende dezer boekjes, schonk mij de overtuiging, dat een indeeling van de te