CAECILIA EN HET MUZIEKCOLLEGE

77

10 Jan. f Albert Ernst Anton Becker 1834—1899.

* Arcangelo Corelli 1653—1713.

* Alexander Nicolajewitsch Skrjabin 1872— 1915.

11 „ * Domenico Cimarosa 1769—1801.

* Christian Sinding 1856.

12 ., * Nelly v. d. Linden van Snelrewaard—

Boude wijns 1869. Adolf Jensen 1827-1879. ?i Ermanno Wolf—Ferrari 1876.

13 „ f MarinusAdrianus Brandts Buys 1840-1911.

* Elisabeth Caland 1862.

* Heinrich Hofmann 1842-1902. H „ f Stephan Heller 1814-1888.

f Casparo Spontini 1776—1851.

* ]. ]. Viotta 1814-1859.

* Albert Schweitzer 1875.

Een foutief cijfer in onze datalijst heeft ons gezegd dat Elisabeth Caland 13 Januari 1925 zestig jaar zou worden. Daarom ontvangt zij nu den volgenden open brief. Hij had haar eigenlijk in '62 moeten zijn gezonden, maar zal na driejarige verrijking van ervaringen des te meer instemming vinden bij de lezeressen en lezers, die, gelijk de schrijfster, een zich al lang aan het doceeren van haar kunst wijdende pianiste, haar veel te danken hebben.

Voor Elisabeth Caland.

Aan het verzoek van de redactie van dit blad een enkel woord te zeggen ter gelegenheid van Uw geboortedag, meen ik niet beter te kunnen voldoen, dan in den vorm van een brief. —

Hoe heilzaam in den waarachtig hoogeren zin van het woord Uw arbeid op klavieristisch gebied is geweest, zoude alleen dan volledig aan te toonen zijn, wanneer de talrijken, die van Uw. leer mochten profiteeren zouden kunnen weten, hoe zij door het leven zouden gegaan zijn, wanneer zij Uw superieure leiding en de openbaring welke daaruit voortvloeide, niet ontvangen hadden.

Uw leer, de Caland-leer, die met haar schakel de Deppe-Caland-leer als fundamenteele basis had Die Deppesche Lehre, geeft — het mag thans zonder vrees voor

tegenspraak gezegd worden — het essentieele èn het volkomene van wat bij klavierspel is: kunst in den hoogeren zin van het woord.

En omdat U in Uw leer, in superieuren vorm en groote klaarheid dat hoogere gaf, zal het U zeker niet vreemd zijn geweest, dat er zich destijds zulk een strijd ontwikkelde om die leer. Maar zooals ten slotte altijd, heeft ook hier de waarheid getriomfeerd, de waarheid, die besloten lag in Uw werk, in Uw ideeën.

Die waarheid is, dank zij de verspreiding van Uw leer, tot zeer velen doorgedrongen, zij heeft talloozen leeren begrijpen de waarde van de muziek in haar eindelooze grootheid, zij heeft velen den weg gewezen om zóó te arbeiden, dat zij de werken der klassieken in hunne grootheid van lijn in zich op kunnen nemen.

En een leer, die de curve, de geestelijke lijn van de compositie weet bloot te leggen, die voor wie haar ernstig bestudeert, leert beseffen de beteekenis van wat er achter de noten staat, is daarom een zoo groot en waardevol iets, omdat door haar de inspiratie voor een geestelijk en technisch zuivere herschepping geboren wordt.

Al behoor ik niet onder degenen, die het voorrecht hadden mij destijds onder Uwe leerlingen te mogen rekenen (ik was nooit leerlinge van een speciaal klavierkunstenaar) ik stel er prijs op U thans nog eens te zeggen hoezeer ik genoten heb van onze correspondentie. Want al is deze al weer een aantal jaren oud, nog steeds besef ik wat het voor mij destijds was van U te mogen vernemen, dat ik Uwe bedoelingen uit Uw werk juist heb verstaan.

Eene vrouw van Uwe gave en intellect zal het wel begrijpelijk vinden en het in erkentelijkheid willen eerbiedigen als ik dit schrijven eindig met enkele aanhalingen van oordeelen, welke kunstenaars mij gaven over de leer van hem, die U het voorrecht had destijds Uw leermeester te mogen noemen: