CAECILIA EN HET MUZIEKCOLLEGE

79

schaft, en omdat ik liever geen harmonium wilde gebruiken, behielp ik mij met een paar goedkoop bemachtigde huisorgeltjes; nu krijgt het Arnhemsch Musis Sacrum waarschijnlijk binnenkort een vast maar juistgeplaatst instrument, door initiatief van M. A. Brandts Buys, die tot kern van een fonds daarvoor een hem op zijn vijftigsten verjaardag door de koristen der Toonkunst-afdeeling en particuliere leerlingen en oud-leerlingen vereerd geschenk bestemde. Mij zijn Schweitzer's brieven een verwarmende herinnering. Zulke verheugingen gaf hij stellig aan velen. Ongetwijfeld schonk hij ze ruim wanneer hij deelnam aan het voorbereiden van een uitvoering, of, zooals met Gustave Bret te Parijs, aan de stichting en den pioniersarbeid van een Bach-vereeniging.

Zijn boek is óók rijk aan raad over programma's, over keus van cantates en over allerlei factoren der vertolking. Hij bracht een schat van adviezen voor de praktijk, telkens wijzend op die van Bach zelf, en zoo pleitend voor niet massale bezetting, niet van het koor afgezonderde solisten, gerechtvaardigde soli-tutti-wisseling, toebedeeling van quasi-solokoralen aan koorgroepen, schijnbare groepzangen aan enkele stemmen, verduidelijkingen in het orkest door tijdelijke samengangen die bij het Thomaskerk-ensemble zonder notatie mogelijk en gemakkelijk waren, zelden in de handschriften der partituren en partijen zijn aangeteekend maar allicht dikwijls voorkwamen. Bedoelingen opsporen is trouwens de voornaamste strekking van het werk. Dit betreft vooral ook de hoofdstukken van vergelijkend onderzoek en samenvattende beschouwing, waaruit het is gegroeid, nadat ze waren verschenen met den titel Bach le musicien-poète. Ze banen menigmaal nieuwe wegen en openbaren den toondichter, die veel meer dan zijn toch ook gaarne schilderende tijdgenooten en voorgangers illustreert en essentieel onveranderlijke, hoezeer overigens ge¬

varieerde motieven heeft van vreugd en leed, van stijgen en dalen en zweven, van schrijden, snellen, vliegen, van stroom, golven, storm, vlammen, tumult en paradijsrust; den symbolist die den tijd verzinnelijkt door den slinger, den dood met equivalenten van klokgelui doet gedenken, den duivel voorstelt als een kronkelende slang, en herinneringsmelodieën gebruikt, terugkeer van eigene zoowel als aanhaling van kerkwijzen; den dramaticus en vizionairen romanticus, wien een tekstwoord een muzikaal weer te geven tafreel suggereert; den vromen lyricus ook die de schoonheid der aarde liefheeft maar de hemelsche verbeidt. Ik mag evenwel niet van dat boek vertellen: een gewaardeerde schrijfster, wier artikel wij brengen, heeft het uitvoerig gedaan. Ik bepaal mij tot een eerbiedig dankbare hulde aan Schweitzer nu hij vijftig jaar wordt en tot den wensch dat hij lang moge voortwerken om het begrip van Bach door de kundigheid, scherpzinnigheid en intuïtie zijner liefde zegenend te verdiepen. v. W.

hui iiiiiiuiiiiiiiiiiii iiiiniiiiiiiiiiii i ii mum i mi mini mi»1111

INHOUD.

Tien jaar muziekauteursrecht in Nederland (Slot), Jan van Gilse.

Het jaar 1924.

Jubileum Anton Sistermans W. L.

Albert Schweitzer's boek J. S. Bach, I, Marguerite de

Rouville.

Belangrijke Data v. W.