CAECILIA EN HET MUZIEKCOLLEGE

123

wikkeld is. Daar deze in den beginne een beetje dun is komt het makkelijk, dat hij dezen toon voor kelig of gedrukt houdt. Daarom is het geen wonder, dat hij verward wordt en slechts met tegenzin afstand doet van zijn foutieve ingewortelde toonvoorstelling.

Waarom wordt niet bij het engageeren van gasteerende tooneelkunstenaars bij zangleeraren, met fijn ontwikkeld gehoor, mede te raad gegaan? Waarom wordt de beslissing alleen in de handen gelegd van den directeur, den intendant, den kapelmeester of van eenige Gemeenteraadsleden ?

Hoevele duizenden konden bespaard worden, indien meer acht gegeven werd op de stem van den werkelijken vakman. Zooals het nu staat kennen deze heeren, indien zij zelf niet in het openbaar zingen, zelfs niet eens de beste zangleeraren bij naam en hebben slechts voeling met de theateragenten, die hun de kunstenaars voorslaan.

Welk tooneel zal eindelijk de eerste zegenrijke schrede doen?

iiiuiiiniiiiiiiiiiiuuiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii in mini

Belangrijke Data.

16 Febr. f Johannes Gijsbertus Bastiaans 1812-1875.

* Willem Kes 1856.

f Chr. Louis Heinrich Kohier 1820-1886.

* Jacques Pierre Rode 1776—1830.

* Philipp Scharwenka 1867 — 1917. f Giuseppe Tartini 1692—1770.

18 „ * Antoon Averkamp 1861.

* Georg Henschel 1850.

19 „ * Luigi Boccherini 1763—1800.

* Felipe Pedrell 1841 — 1922.

20 „ ::' Charles Auguste de Bériot 1802—1870.

* Henri Vieuxtemps 1829—1881.

* Karl Czerny 1791-1851.

t Gustav Adolf Heinze 1820—1906.

* Emiel Hullebroeck 1878.

21 „ * Léo Delibes 1836—1891.

* Emil Hartmann 1836—1898.

22 „ * Samuel de Lange 1840—1911.

* Niels Wilhelm Gade 1817—1890.

* Frédéric Francois Chopin 1810—1849. t Hugo Wolf 1860—1903.

23 „ t Woldemar Bargiel 1828—1897.

* Georg Friedrich Handel 1685—1759. •:' Eduard von Hartmann 1842—1906.

* Adolf Kullak 1823-1862.

24 „ * Arrigo Boito 1862—1918.

Jean Baptiste Cramer 1771 — 1808.

* Fians Dunkier 1816-1878.

24 Febr. f Ignaz Lachner 1807—1895.

* Jean Poueigh 1876.

25 „ f Anton Stepanowitsj Arenski 1861 —1905.

26 „ f Fe'ix Draeseke 1835—1913.

f Jean Pieter Heije 1809—1876. 07 „ * Alexander Borodin 1834-1887.

f Hendrik Arnold Meijroos 1830—1900.

* Anton Reicha 1770—1836.

28 „ * Edgar Istel 1880.

29 * Gioacchino Antonio Rossini 1792—1868.

* Joseph Hubert Cramer 1844—1899.

Het is vijf jaren geleden dat wij, dankbaar gedenkend, hier den zeventigsten jaardag van Georg Henschel vierden. Wat intusschen verbleekte, geen onzer heugenissen van hem ; wat wij nu vager, verderaf hooren, geen der liederen die hij het liefst gezongen heeft. Ja, nog duidelijker zien wij hem, hoog aan 't klavier gezeten, het zingende, trouwe gelaat ons toegekeerd, en nog naderbij klinkt zijn diepe, kernachtige stem, ontroerend en louterend, verwarmend, verruimend en verheffend, troost en vreugde gevend van aanschouwelijke, geestige, bezielde waarheid, van vroomheid en grootheid en innige goedheid. Bewaard blijven heilige schatten die hij schonk. De vijfenzeventigjarige moge het weten en ook dat wij Lillian en Helen met aandoening en met bekorende herinnering gedachtig zijn.

Voor een lustrum hebben in onzen kring eenigen tot hem of over hem gesproken. Twee hunner ontvielen ons: Jan Rijken, die, toen door technische bezwaren verhinderd een fragment zijner eigen opera Der falsche Czar te bieden, alleen erkentelijkheidswoorden bracht, en Anton Verhey, die den zanger en begeleider, den componist en dirigent, maar het meest den musicus huldigde. Wij vernamen nog eens het akrostichon, dat Vada (mevrouw Amory) bij zijn afscheid in 1914 voor ons gedicht had en een nieuwen heilwensch van haar in een drietal Engelsche kwatrijnen. Van Johanna Veth was er een epigram als een monumentopschrift. In proza werd kortelijk getuigd door Amory, met iets gevoeligs over Sei nur still van Johann Wolfgang Franck, door Thom