142

DE VEREENIGDE TIJDSCHRIFTEN

gewoonte den strijd aan te binden. Dat hebben nu de Rotterdamsche muziekcritici gedaan en de Heeren zijn overeengekomen voortaan streng er de hand aan te houden: als een kwartier na het aangekondigde aanvangsuur het concert niet begonnen is — en men in gebreke blijft een grondige reden voor de vertraging op te geven, zullen zij de zaal verlaten.

Misschien zal deze geschiedenis, welke zich Zondagmiddag 15 Februari afgespeeld heeft, nog een gevolg hebben. Toen de violist Aranyi .— de concertgever — de boodschap kreeg, dat de muziekcritici de zaal verlieten moet hij gezegd hebben: „ik permitteer mij de vrijheid te beginnen wanneer het mij goeddunkt en die critici worden ervoor betaald, dus moeten zij blijven zitten". Dit is den verslaggevers ter oore gekomen; blijkt het juist te zijn dan zullen de Heeren het volgende concertvan Aranyi — in het begin van Maart — overslaan, om dezen Heer aan het verstand te brengen, dat wij hier niet in Pruisen leven.

In elk geval is het weer iets nieuws en dat kunnen wij zoo goed gebruiken: allerlei andere dingen: stakende opera-orkesten (te Boedapest en Weenen), opera-instellingen die in finantieele moeilijkheden verkeeren, premières die niet naar wensch slagen, komen zoo veelvuldig voor, dat zij ten leste niemand meer belang inboezemen.

Het Concertgebouw-bestuur heeft gebruik gemaakt van het feit dat Max von Schillings, Intendant-Generaal van de Staats-opera te Berlijn, in ons land vertoefde en hem voor de leiding van een paar abonnementsconcerten genoodigd. Misschien een beetje noodgedwongen; immers op het oogenblik dat dit geschreven wordt is Dr. Karl Muck, die met half Februari weer op zijn post zou zijn nog niet te Amsterdam en dat hij er nog niet zoo dadelijk komen zal kan men opmaken uit het feit, dat men onzen te Weenen werkenden landgenoot Dirk Fock voor het

leiden van een vijftal concerten te hulp geroepen heeft. Hoe het gaan zal weten wij niet; naar verluidt is Muck echter alles behalve gesticht over den loop die de zaken te Amsterdam genomen hebben. Hij persoonlijk, zegt men, moet er vast op gerekend hebben geregeld in Amsterdam te zullen terugkeeren bij afwezigheid van Mengelberg, zoodat de tijding dat voor het vervolg Pierre Monteux de leiding hebben zal hem vreemd op zijn dak gevallen is, een ontstemming teweeg gebracht heeft, welke wellicht oorzaak is van de vertraagde komst.

De Koninklijke Liedertafel „Zang en Vriendschap" te Haarlem heeft zijn vijfen negentig jarig bestaan gevierd met een feestconcert onder leiding van den directeur Lieven Duvosel, die bij deze gelegenheid slechts werken van Hollandsche componisten op het programma gezet had welke door het koor en door het Haarlemsche Orkest ten gehoore gebracht zijn. Nog vijf jaar en de eerwaardige vereeniging wier devies luidt; „het doel van ons vereenigd pogen, is Zang door Vriendschap te verhoogen", zal haar eeuwfeest indien de omstandigheden het toelaten op schitterende wijze vieren; van harte hoop ik dat het gaan zal! Wat wonder dat een oud Haarlemmer „het koor van Robert" zooals wij vroeger plachten te zeggen, een goed hart toedraagt!

Een oogenblik heeft het eruit gezien of het tusschen de directie van de „Co-opera-tie" en het aan die instelling verbonden orkest hommeles worden zou, omdat voor de vertooningen van „Tristan und Isolde" de medewerking van het Utrechtsche Orkest gevraagd en verkregen was. Er verschenen allerlei geruchten van aanklachten en processen en contractbreuk, welke geruchten waarschijnlijk wel door een paar oproerige elementen in de wereld gebracht zijn met het doel de directie een beetje dwars te zitten. Ten minste, ik heb er verder niets meer van vernomen, meen