236

DE VEREENIGDE TIJDSCHRIFTEN

Belangrijke Data.

2 Aug. * Catharina van Rennes 1858.

* Cornelie van Zanten 1855.

3 ., f August Klughardt 1847—1902.

4 ,. * jan Conradus Boers 1812—1896. 6 „ f Eduard Hanslick 1825—1904.

8 .. f Karl Heinrich Graun 1701-1759.

:: Thomas Koschat 1845—1914.

9 „ ' Wilhelm Berger 1861 — 1911.

* Reynaldo Hahn 1874.

10 „ * Oskar Fried 1871.

11 „ f Halfdan Kjerulf 1815—1868.

12 „ * Jean Louis Nicodé 1853—1919.

13 „ f Francesco Durante 1664—1755.

f Jules Massenet 1842—1912.

* Cornelis Hendrik Coster 1854-1902.

14 „ * Leone Sinigaglia 1868.

15 „ * Eduard de Hartog 1829—1909.

* Wouter Hutschenruyter 1859. Stichting van het tijdschrift Caecilia 1844.

16 „ * Cornelie van Oosterzee 1863.

* Siegmund von Hausegger 1872.

* Heinrich August Marschner 1795 —1861.

* Henri Constant Gabriel Pierné 1863.

17 .. * Edmund Audran 1842-1901.

* Peter Leonard Leopold Benoit 1834-1901.

* Jan Willem Enschedé 1865.

18 „ * Benjamin Godard 1869-1895.

19 „ * Georg Eduard Goltermann 1824-1898.

* Nicola Antonio Porpora 1686—1766.

* Antonio Salieri 1750—1825.

20 ,. * Emil Ergo 1853-1923.

21 „ f Peter Joseph von Lindpaintner 1791-1856.

22 „ • Claude Debussy 1862—1918.

* Philip Loots 1865 — 1916.

* Johannes Messchaert 1857 — 1922.

* Eduard Silas 1827-1909.

23 ., f Heinrich Albert Jahn 1811-1900.

24 „ * Cornelis v. d. Linden 1839-1918.

25 „ * Nicola Jomeli 1714-1774.

* Karei August Textor 1870.

27 „ f Josquin Deprès 1450—1521.

28 „ * Joseph Christoph Kessler 1800—1872.

f Emile Joseph Maurice Chevé 1804—1864.

29 „ f Félicien César David 1810 — 1876. 31 ,. * Edmund Kretschmar 1840 — 1908.

Cornelie van Zanten werd zeventig jaar, en velen hebben haar geluk gewenscht

met groote dankbaarheid voor weldadigen invloed op hun kunst en hun leven. Een reeks van omstandigheden kwam helaas beletten, dat hier een hunner haar persoonlijkheid en haar werk schetst. Ik ben daartoe niet bevoegd. Haar loopbaan als gevierde tooneelzangeres, die voorbereid door Lamperti's lessen en Turijnsche debuten Nederland een prestige kon verschaffen in Duitsche hoofdsteden, in Amerikaansche buitendien en Russische, zag ik meermalen beschreven,maar zonder het aanschouwelijke dat heldere voorstelling geeft. Haar vertolking moest ik missen, behalve de mij na vijfentwintig jaren nog heel duidelijk heugende grootsche Moira die zij herschiep, met haar leerlingen Joseph en Anna Tyssen optredend in Emile von Brucken-Fock's klassiek wagneriaansche tragedie Seleneia. Talrijke namen van haar discipelen, Urlus, Denys, de Tyssens, Van Kempen, Zalsman, Tilly Koenen, Julia Culp, Kubbinga, Moes, Martine Dresden, D'hont, zeggen veel meer dan ik zou kunnen verhalen van haar onderwijs aan het Amsterdamsche conservatorium en te Berlijn. Ook haar arbeid in Den Haag, na 't ons ten goede gekomen oorlogsgevolg van haar terugkeer uit het Duitsche muziekcentrum, is mij te weinig van nabij bekend, ofschoon ik de beteekenis harer opvoeringen van Gluck's Orpheus ondervond en haar steun van jonge landgenooten, ook van componisten, hoog waardeer en weet hoe de praestaties van Jo van Ijzer en andere in den laatsten tijd door haar opgeleiden haar school roemen. Wat ik van geschriften las en dus inzonderheid wat zij hier schonk aan onzen kring heeft mijn eerbied, evenwel is 't meer voor hen die haar eigen kunst beoefenen. Zoo kunnen van al 't geen zij deed en doet anderen beter getuigen. Maar dit mag ook ik zeggen : zij streeft naar ieders heil en van haar gaat een goede kracht uit, die buiten haar omgeving doordringt. Het is de kracht van haar speu-