270

DE VEREENIGDE TIJDSCHRIFTEN

schoold orkest van kunnen maken en nu alle gemeenteraden aan het bezuinigen zijn is er van den Haarlemschen Raad geen buitensporige royaliteit te wachten.

Haarlem ligt onder de rook van Amsterdam ; dat wil zeggen, de gegoede Haarlemmers zijn volop in de gelegenheid van het Concertgebouw te genieten en bovendien komt het Concertgebouw-orkest verscheidene keeren te Haarlem spelen. Het hoeft geen betoog, dat zij die geregeld het Amsterdamsche orkest kunnen hooren, geen genoegen meer kunnen nemen met de prestaties van het Haarlemsche orkest. Dat zou dus voornamelijk zijn voor de minder gegoeden, die niet in de gelegenheid zijn de dure concerten van het Amsterdamsche orkest bij te wonen. Edoch weet men wel, dat men die minder gegoeden voor de dertig duizend gulden subsidie welke de gemeente ieder jaar geeft, per seizoen dertig concerten van een eerste-rangs orkest als bijvoorbeeld het Residentie-orkest is, zou kunnen aanbieden? En dan had men met heel dat gezanik en gezeur, dat ieder jaar weer terugkeert niets meer te doen.

Men heeft gelezen, dat onze Opera de „ Co-opera-tie" weer voorstellingen te Parijs gaat geven; in Februari zal het gezelschap zes maal optreden in de Groote Opera onder andere met Tristan en Fidelio; over andere werken worden nog onderhandelingen gevoerd. Intusschen kan men in deze hernieuwde uitnoodiging wel een bewijs zien, dat de prestaties van onze Opera te Parijs in het vorig seizoen waardeering gevonden hebben.

Van het groote Kamermuziekfeest te Venetië gegeven door de „Internationale Vereeniging voor moderne muziek" komen weinig opbeurende berichten; er is dagen achtereen gemusiceerd 's ochtends, 's middags en 's avonds, maar iets buitengewoons schijnt er niet voor den dag gekomen te zijn; buitengewoon leelijke dingen zegt een van de referenten wel gehoord te hebben.

Jaren geleden is er te Rotterdam ter gelegenheid van een groot zangersfeest dat weken geduurd heeft een groot gebouw neergezet, een beetje licht en dicht, niet bepaald mooi. Toen het feest afgeloopen was stond het groote gebouw er en niemand wist eigenlijk wat men er mede beginnen moest; het werd nogal oneerbiedig een stal genoemd. Er is toen eindelijk een Skating-rink gekomen en toen dat weer niet ging een café-concert en toen dat niet trok heeft men er een dansgelegenheid van gemaakt, tot er nu eindelijk weer een dappere ondernemer is komen opdagen, de heer van Biene, die het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen — zoo heette het aanvankelijk — in eere wil herstellen. De Heer van Biene heeft het Gebouw heelemaal laten opknappen, zoodat het er nu inderdaad heel goed uitziet — al zal het nimmer een ideaal Concertgebouw worden — en wellicht goede diensten zal kunnen bewijzen, temeer omdat de zaal twee duizend menschen bevatten kan. Immers in de grootste zaal te Rotterdam — die van de sociëteit Harmonie — is slechts plaats voor duizend en vijftig belangstellenden en zoodoende deed de behoefte aan een groote ruimte zich bij herhaling gevoelen. Hoe het nu gaan zal hebben wij af te wachten. In de eerste dagen van October zal het Gebouw ingewijd worden met een concert van de Sixtijnsche Kapel; en dan bestaan er nog plannen voor een geheele reeks Zondagmiddag-concerten met medewerking van bekende solisten. Die concerten-woede, zij heerscht overal! Ik begin waarlijk te gelooven, dat het houden van een concertbureau een uiterst voordeelig baantje moet zijn. Ware het anders dan zou het toch niet mogelijk zijn op den duur in dit tempo door te gaan! Te Berlijn, waar iemand die in den loop van den winter een concert zou willen geven nu reeds geen zaal meer zou kunnen krijgen, is men er toe gekomen om Zondagochtend-concerten te