CAECILIA EN HET MUZIEKCOLLEGE
287
nen snappen!) Aan het Centraal station wacht ik den pianist en begeleid hem naar den trein. Eindelijk gaat de trein. Godowsky leunt uit het geopende portierraam en steekt mij, terwijl hij al rijdt, nogmaals de hand toe: ... . Ich danke
noch vielmals vielmals! Natuurlijk grijp
ik de hand en voel er wat in glijden! De trein verdwijnt, Godowsky wuift mij toe — en ik sta op het perron met in
m'n hand het geld, dat ik voor de
studieboeken noodig had!
Nu had ik het niet gekregen, maar verdiend !
Zoo was Mossel. Zoo begrepen we altijd pas achterna hoe hij het alles in stilte geschikt had en hoe hij de onbegrijpelijke wegen bewandelde van zijn prachtige groote menschenhart.
Wij begrepen het altijd pas later — dat we veel te weinig voor hem deden en dat zijn schijnbare ruwheid niet anders was dan een harnas, dat hij zijn teere en artistieke ziel had moeten omsmeden.
En vooral — en dat zal van nu af aan nog met den dag erger worden, vooral begrepen we altijd pas later, veel later dat zijn zorgen voor ons veel dieper gingen dan wij ooit wisten
llnmIlm^lIu^lIllllllllllIllnI^lIll^llllmll^illlIllllllll«l^l^lilI^l^^ll^lJll'"^»i"''l■l^lï>Ml'*,,l,M,ll,l,ll,ll,,,I,1,,l,,l,1,,Il,ll,, Belangrijke Data.
lóOct. * Arnold Krug 1869—1904.
f Jan Pietersz. Sweelinck 1562—1621.
17 „ f Frédéric Chopin 1810-1849.
f Johann Nepomuk Hummel 1778—1837.
18 ,, f Charles Francois Gounod 1818—1893.
•j- Etienne Nicolas Méhul 1763-1817.
19 „ * Emile von Brucken Fock 1857.
22 „ * Robert Eitner 1832-1905.
Ludwig Spohr 1786—1859.
23 „ * Gustav Albert Lortzing 1801 — 1851.
24 „ t Robert Franz 1815-1892.
* Ferdinand von Hiller 1811 — 1885.
* Ernst FriedrichEduard Richter 1808-1879. f Alessandro Scarlatti 1659—1725.
25 ,, * Alexander César Leopold Georges Bizet
1838—1875.
* Georg Schumann 1866.
* Johann Strauss Jr. 1825—1899.
26 „ f Peter Cornelius 1824—1874.
* Dominico Scarlatti 1685—1757.
27 „ * Niccolo Paganini 1782—1840.
28 „ * Henri Bertini 1798—1876.
29 „ V Edgar Tinei 1854—1912.
30 „ f Friedrich Robert Volkmann 1814—1883.
31 „ * Gerard Veerman 1852.
25 October is het honderd jaar geleden dat Johann Strauss te Weenen geboren werd. Hij was de zoon van den bekenden walscomponist van denzelfden naam, die, als altist bij Lanner werkzaam, toen deze zijn danskapel vergrootte, diens adjunct werd en later zelf een danskapel vormde, waarmede hij ook reizen ondernam. Wel verre van den zoon, die zelf musicus wilde worden, te helpen, wilde hij een technicus van hem maken; zoon Johann evenwel, sterk in het bewustzijn het compositietalent van den vader geërfd te hebben, liet zich niet ringelooren en wist het zoover te brengen, dat hij reeds in 1844 met een eigen orkestje zijn eerste walsen kon laten spelen, die zeer in den smaak vielen. Na den dood zijns vaders, stelde hij zich aan het hoofd van diens kapel, die hij aanmerkelijk verbeterde en waarmee hij op groote schaal reizen maakte (Rusland, Amerika, Berlijn).
Het componeeren van dansmuziek ging vroeger op zeer eigenaardige wijze. Lanner, van wien de beweging uitging, had als stelregel, dat in elk concert een nieuwe wals zou worden gespeeld. Soms werd voor een bepaalden avond een beloofd, waarvan 's morgens nog geen noot op papier stond. Dan schreef Lanner een stuk dat voor orkest werd overgezet en gekopiëerd en inmiddels viel hem de rest in. Op zekeren morgen evenwel gevoelde hij zich lijdend en tot werken niet in staat, terwijl voor den avond een nieuwe wals was aangekondigd. Hij zond zijn adjunct, vader Johann, een boodschap: „Strauss zorg dat je wat invalt." En vader Johann viel ook wat in en de nieuwe wals, werd natuurlijk als compositie van Lanner