66

DE VEREENIGDE TIJDSCHRIFTEN

vertaling te vernielen. Misschien heb ik toch wel wat, hoe luttel dan ook, gedaan om verlangen naar samenzijn met hem te wekken.

Hij had een vriend, die buiten woonde. Ging hij daar 's avonds kamermuziek hooren, dan liet hij het tuinhek open voor den een of anderen vreemde die mee mocht willen genieten onder het venster.

Ons noodigt hij binnen. Ik hoop dat velen komen.

Zijn boek, geen evangelie van aesthetica maar een getuigenis van bezielde pogingen om schoonheidsideeën van alle zijden te benaderen, een aanwijzing van vergezichten, en geschenk van oprechtheid, menschengenegenheid en innige geestdrift, is langzaam, bij kleine stukjes, ontstaan.

Zoo moet het ook worden gelezen. Dan geeft het keer op keer een verhelderd geluksbesef.

v. W.

iiiiiiiiniiiiiiiiiiuiiiiuuiiiunniiiiiiiuiuiiM

Het Praatje van de maand.

Ik had den vorigen keer, toen er melding gemaakt werd van een conflict in de Staats-Opera te Berlijn, in het minst niet durven bevroeden dat het zoo een vaart zou nemen, dat dit conflict uitdijen zou tot een ergernis-gevende herrie die de verschillende partijen in het vuur gebracht heeft. Het geval, aanvankelijk niet meer dan een huiselijk ruzietje — ten minste zoo liet het zich aanzien — werd ineens heel ernstig, toen daar zoo plotseling alsof het niets was medegedeeld werd, dat de „General-Intendant" Max von Schillings op staanden voet ontslag gekregen had, buiten de deur gezet was, zooals de dienstbode die Mevrouw begapt heeft.

In den beginne wist niemand wat er eigenlijk van gedacht moest worden en het was dus ook niet mogelijk om partij te kiezen, maar langzamerhand is het geval duidelijker geworden en men behoeft geen oogenblik te aarzelen met de verklaring,

dat heel het publiek partij trekt voor Schillings; men beschouwt hem algemeen als den zondebok voor een verkeerd systeem, als een slachtoffer van de bureaucratie. Er is een tekort van twee en een half millioen; zeer waarschijnlijk zal von Schillings fouten gemaakt hebben, maar nog waarschijnlijker is het, dat hij niet alleen de schuld van dat schrikbarend deficit zal wezen. Het geheele systeem aan de Opera deugde niet, moest onvermijdelijk vroeg of laat moeielijkheden doen ontstaan. En nu gelooft men gaarne, dat von Schillings geen aanleg voor bureauchef heeft, dat hij er misschien kinderlijke begrippen van administratie op na houdt, dat het misschien niet zoo gemakkelijk geweest zal zijn met hem over zaken te onderhandelen. Maar zeer terecht zegt men, dat zijn allemaal dingen welke men van een kunstenaar ook niet eischen mag; men heeft von Schillings aan het hoofd van de Opera genomen om zijn groote artistieke gaven, waarmede hij de Opera weer op een hoogen trap van bloei gebracht heeft; doch men heeft hem niet gekozen in de verwachting dat hij ook tevens een handig zakenman, een koopman zou zijn. In elk geval is de strijd tusschen de Heeren von Schillings en Winter — de geheime Regeeringsraad die den strijd geopend heeft — geëindigd met den aftocht van eerstgenoemde. Hoe het verder afloopen zal hebben wij af te wachten.

Bij gelegenheid van zijn zestigsten geboortedag heeft de Finsche regeering aan den componist Jan Sibelius een staatspensioen toegekend van honderd duizend Mark per jaar; verder heeft hij een som ineens gekregen, die door een nationale inschrijving bijeengebracht is en hij is bevorderd tot ridder in de orde van de Witte Roos van Finland. Dat is heel wat anders dan bij ons, waar men ter Hoogster plaats voor Kunst niet voelt, waar een ergerlijke onverschilligheid tentoongespreid wordt voor de prestaties van de kunstenaars!