90

DE VEREENIGDE TIJDSCHRIFTEN

zièkstukken, de band-uitgaven invoerde: de in de geheele beschaafde wereld bekende banden in gelen omslag der Collection Litolff.

Hoe deze maatregel tot stand kon komen, leeren ons de „Fünfzig Jahre", een rijk geïllustreerd boekwerk, in 1914 door de firma uitgegeven, bij gelegenheid der herdenking van de stichting der Collection. Wat bij het doorlezen in de eerste plaats opvalt in deze zaak — welker grondvesting reeds van 1828 dateert — is een samengaan van twee elementen, het artistieke en het praktische: welk samengaan hier als het ware tot traditie is geworden.

Deze traditie spreekt wel zeer sterk bij dengene, die zijn reeds destijds (1851) beroemden naam aan de muziekzaak te Brunswijk zou schenken: bij den klaviervirtuoos en componist Henry Litolff.

Deze kunstenaar met veelbewogen leven heeft in Nederland omstreeks 1840 concerten gegeven met Maurice Hageman en Henry Wieniawski. Het succes was groot en Litolff uitte zijn dankbaarheid voor ons land door het componeeren van een klavierconcert met orkestbegeleiding, waarvan het laatste deel is gebouwd op de melodie van: „Al is ons landje nog zoo klein". Ofschoon het concert als geheel eenigszins verouderd aandoet, heb ik toch veel ervan genoten door de voordracht van Theodor Leschetitzky, op een Eruditioconcert te Rotterdam in 1887. Hoe geestig speelde de groote pianist bedoeld laatste deel.

Overigens wordt van Henry Litolff ten onzent nog veel gespeeld het effektvolle Spinnlied voor piano, terwijl een enkelen keer zijn ouverture Robespierre wordt uitgevoerd.

De zaak te Brunswijk bevorderde hij door zijn talrijke relaties, waarvan ik als de beroemdste noem Berlioz en Liszt. Van verscheidene hunner groote werken be¬

zorgde Litolff de uitgave. Briefwisselingen hieromtrent berusten nog in het archief der firma; copieën zijn trouwens afgedrukt in de „Fünfzig Jahre".

Hoezeer Henry Litolff de zaak ook bevorderde, zijn pleegzoon Theodor Litolff, geboren in 1839, was degeen, die in 1864 de eigenlijke Collection Litolff stichtte. Onder leiding van Theodor Litolff gingen drukkerij en uitgeverij met reuzenschreden vooruit. Uitbreiding van personeel en machinerieën hielden hiermede gelijken tred. En nu is het opvallend, hoe goed Theodor Litolff zijn medewerkers wist te kiezen. Dit bleek vooral, toen omstreeks 1880 begonnen werd met herziening van vele uitgaven, voornamelijk ten opzichte der phraseering.

Tal van bizonderheden omtrent groei en bloei der zaak, in dit tijdperk, vinden we in de „Fünfzig Jahre" op menige bladzijde. Maar toch, hoe goed ook beschreven en door teekeningen verduidelijkt, den polsslag van den arbeid wordt men eerst recht gewaar bij het betreden van het terrein zelf van al deze werkzaamheid: bij het bezichtigen van het grootsche geheel van drukkerij, magazijnen, kantoren van Henry Litolff's Verlag, in fraaie omgeving gelegen aan de Wollmarkt 13 te Brunswijk.

Na een rustelooze, maar zegenrijke werkzaamheid stierf Theodor Litolff in 1912. Zijn zoon, Richard Litolff, geboren in 1868, aanvaardde thans de leiding. Hij is nu de Chef, die de van zijn vader geerfde eigenschappen van doorzicht, goede koopmanschap, en nog zooveel meer, slechts behoeft aan te wenden om der wereldzaak de steeds onmisbare drijfkracht te geven.

Krachtdadig staat den heer Richard Litolff ter zijde zijn muziek-redacteur Clemens Schultze-Biesantz, die deze betrekking reeds sedert 1899 bekleedt. Deze is