CAECILIA EN HET MUZIEKCOLLEGE

177

maar heel anders en in eigenlijken zin onuitsprekelijk liefheeft, dan nu verwijlen zonder woorden.

v. W.

.:..;..: ■:: r:: i;:.:::: i j ; m : i:: l ::;: l :::::: i [ i: i:: ^::, i m i: i ■ -, i i u i \ i; i! u ; i i u i', 11i! . i -. i11 ; k 11 ■, i'. 11 ■. i!'. 11', 1111 u i s u u 11

Het Praatje van de Maand.

Er is in de afgeloopen maand weer het een en ander gebeurd dat stof geeft voor een paar kolommen. Daar is in de eerste plaats gekomen de benoeming van Willem Mengelberg tot eeredoctor van de vermaarde „Columbia University" te NewYork. Half Mei gaat de nieuwe doctor op reis naar New-York, waar 1 Juni de promotie plaats zal hebben. Zoo heeft dus een Amerikaansche Universiteit goed gemaakt wat een van de Nederlandsche Universiteiten tot op heden verzuimd had! Jaren geleden zijn onze Universiteiten begonnen met het verleenen van den eeredoctorstitel aan eenige uitstekende kunstenaars. Toen heb ik dadelijk gezegd: prachtig, mits het maar een heel bijzondere onderscheiding blijve vooral in ons land, waar de sterkte van het corps „Toonkunstenaars" die van het leger in vredestijd nabij komt, wellicht evenaart! De prestaties van Mengelberg zoowel in eigen land als in den vreemde zijn echter van dien aard geweest dat men het onze Universiteiten als een verzuim aan kan rekenen dat zij den grooten dirigent overgeslagen hebben. Edoch gedane zaken nemen geen keer; een buitenlandsch wetenschappelijk Instituut van groote faam heeft de fout hersteld.

Ander belangrijk nieuws is dat het Residentie-orkest, daartoe door bijdragen van kunstvrienden in staat gesteld, een paar concerten te Parijs gaat geven. Dit verheugt me bijzonder; nog niet zoo lang geleden heb ik van het orkest een vertolking van Brahms' eerste symphonie gehoord zóó voortreffelijk, zóó uitmuntend in alle opzichten, dat een groot succes van het schitterende ensemble in de Fransche

hoofdstad mij bijzondere voldoening schenken zal en velen die het orkest en zijn leider bewonderen met mij.

Dat er tegenwoordig in alle bedrijven, hoog en laag, schandalige dingen voorkomen welke men vroeger niet mogelijk geacht zou hebben is bekend; thans heeft Rotterdam zijn concert-schandaaltje gehad. Er staat reeds sedert meer dan twintig jaar op den Schiedamschen singel een barak, een stal van enorme afmetingen die eertijds deftig het „Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen" genoemd werd. Van alles heeft men erin geprobeerd; het is een café-chantant geweest, een SkatingRink, een dansgelegenheid, maar alles mislukte. Toen is het vorige jaar een exploitant van eenigszins twijfelachtige reputatie gekomen; hij heeft het Gebouw laten opknappen, laten schilderen en weet ik veel, met het gevolg dat het er nu uitzag als een chique amusementszaal (hoewel alles aan den buitenkant afschuwelijk gebleven was). Doch van een concertzaal had het nu letterlijk niets en de nieuwe eigenaar sprak toch heel deftig van „Het Concertgebouw". Er werden concerten van groote artisten aangekondigd, in de hoop dat er voor de Zondagmiddaguitvoeringen wel een vijftien- of zestienhonderd menschen te vinden zouden zijn en de exploitant had misschien al uitgerekend hoeveel hij dan wel overhouden zou! Maar de menschen kwamen niet en de geruchten begonnen hoe langer hoe ongunstiger te luiden. Toen is eindelijk de catastrophe gekomen, omstreeks half Maart. De beroemde violiste Erica Morini zou een concert geven. De voorzichtige impressario van het meisje, ook al bekend met den toestand waarin de exploitant van het Gebouw zich bevond, vroeg eerst geld en dat was er niet; het honorarium van het meisje zou uit de ontvangsten des avonds aan het bureau betaald moeten worden. En toen zei de impressario: „dan dank ik U wel voor de eer, ik ben al genoeg aan U tekort