CAECILIA EN HET MUZIEKCOLLEGE

11

was) noodzakelijk bleek.

In overeenstemming met de bedoeling van den componist, heb ik vooraf het gedicht van Pfeiffer laten declameeren. Een en ander bleek de hoorders wel aangenaam te treffen.

Daarom, orkesten die een groot aantal concerten in één seizoen geven, kunnen m.i. wel weer eens een plaats aan die symphonie geven; wordt het programma zóó ingericht dat de verder uit te voeren nummers goede tegenstellingen bieden, dan zal het n.m.m. blijken dat het publiek van onzen tijd — de would-be extremisten uitgezonderd — die oude muziek nog wel weet te waardeeren.

Slaagt de proef, dan zou men 't ook eens kunnen probeeren met symphonieën van Raff (lm Walde; Lenore) en van Volkmann, (vooral die in d!)

Om te eindigen: het tweede deel van Die Weihe der Töne geeft — daar waar Spohr de drie volstrekt heterogene themata tot een buitengewoon kunstrijk geheel vereenigt — een bewijs van contrapuntische slagvaardigheid, waarvan men in de symphonie-literatuur moeilijk het gelijke vinden zal, en de Ouverture Jessonda is een zoo fijn meesterstuk, dat de stelselmatige verwaarloozing van dat werk onverklaarbaar moet heeten.

WOUTER HUTSCHENRUYTER. iiiiiituiitfiiiiiiiiiiiiiiiiifitiiiiitiittiiiiiiiiiiiiintiiniiiiiiiiiiiitiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiitiiiiiiiTiiiiiiiiiiiiiiiiuitiiiiiii Muziekbespreking door

WOUTER HUTSCHENRUYTER.

Edouard Nanny: Oeuvres pour Contrebasse a Cordes, avec accompagnement de Piano.

Berceuse: Prix net 2 frs. (Pr. temporaire 11 frs.).

Tarantelle: Prix net 3 frs. (Pr. temporaire 16.50 frs.).

Concerto de Dragonetti (1763—1846) (Pr. net 28 frs.).

De muzikale waarde van deze stukken is gering, en hun eenige reden Van bestaan is, dat zij studie-materiaal leveren aan hen,

die er op uit zijn, super-virtuosen op de contrabas te worden. Ik hoop ze echter nooit op een concertprogramma te vinden, want zoowel het hooren als het zien zal in artistiek opzicht onbevredigend zijn. Het hooren, omdat de stukken — vooral de eerste twee — strijden met het karakter van het instrument waarvoor ze geschreven zijn; het zien, omdat de speler, wil hij alles maken wat er staat, meer „slangenmensch" dan „strijker" moet zijn.

Bij het lezen van de Berceuse, moest ik steeds denken aan de roerende Ballade van ..Rhinoceros und Rinozeröschen" die wijlen het Udel-Quartett zoo smeltend zong; de Tarantelle, in haar uitgelaten huppelgang, wekt de herinnering aan de verbluffende olifanten-dressur bij Barnum en Bailey.

Ik herhaal dus: men vergaste nooit een ander op deze stukken, maar men pakke ze, als technisch studie-materiaal, met ijver aan. Dan valt er nog heel wat van te profiteeren! Dubbelgrepen, flageolet-passages, roekeloos-koene sprongen worden verlangd als volstrekt gevaarlooze verrichtingen. Maar ook hier: wie dat alles beheerscht is een meester.

Marcel Samuel Rousseau: Rythmes de Danse sur le même Thême.

Piano seul (Edition de Concert). Pr. net 10 frs. (Prix temporaire, 52 frs.).

Laat mij beginnen met te zeggen, dat dit stuk mij levendig heeft geïnteresseerd! De veelheid van afwisselende rythmen, de aardige vondsten op dat gebied, ook de zeer interessante pianistische opgaven die het stelt, wekken den wensch tot nadere en nauwkeurige kennismaking. Zooals de titel doet vermoeden, wij hebben hier een reeks variaties in dansvorm; elke variatie is een nieuwe, met de vorige contrasteerende dans. Het stuk begint met een Thème-Pavane (orchestre-Seul) die in deze uitgaaf ontbreekt, maar waaruit wij leeren (t'geen de titel verzwijgt) dat het geschreven is voor piano met orkest. Waar mij het Thema wordt onthouden, kan ik niet oordeelen over de verhouding waarin