CAECILIA EN HET MUZIEKCOLLEGE

127

Mengelberg . . . Zwijgt U me stil van Mengelberg; ik weet er op het oogenblik dat ik dit schrijf evenmin wat van als U en een ander en aan één stuk door is het: „vertelt U ons nu eigenlijk eens hoe de toestand is". Het Concertgebouw laat weinig of niets los. Zondag 5 dezer is de maestro van Parijs naar Frankfort vertrokken ten einde daar een oorspecialiteit Dr. Spiess te raadplegen; Dinsdagechtend heeft het onderzoek plaats gehad en Woensdagmiddag was er te Amsterdam nog niets naders bekend; dat vond ik op zich zelf beschouwd nu niet zoo een bijster gunstig teeken; mij dunkt als die doctor te Frankfurt gezegd zou hebben: „het is niets, U kunt gerust weer aan het werk gaan" dan zou men zich toch wel gehaast hebben daarvan per telegram gewag te maken. Ook in dit geval moeten wij dus maar geduld oefenen en nadere berichten afwachten. Wel is het reeds bekend geworden, dat Pierre Monteux zich bereid verklaard heeft voor vier weken terug te komen wanneer de toestand van Mengelberg's gezondheid dat wenschelijk maakt.

Voor het overige is het druk in de muziekwereld, maar het is geen drukte die veel stof tot schrijven biedt; het is de gewone stortvloed van concerten die de muziekreferenten onafgebroken werk verschaft; bepaald belangrijke of schokkende gebeurtenissen blijven echter uit en daar moet ik als praatjesmaker het juist van hebben.

In heel de wereld is het op het oogenblik Beethoven en nog eens Beethoven, allemaal naar aanleiding van des componisten honderdsten sterfdag; wij hooren de Sonaten voor piano, de Strijkkwartetten, wij hooren alle Symphonieën, de Missa solemnis, de Pianoconcerten en dat het publiek ervan gediend is merkt men ieder keer opnieuw. In het begin van de maand kwam het Residentie-orkest onder leiding van Dr. van Anrooy een Zondagmiddagconcert te Rotterdam geven; voor die ma-

tinee's is de belangstelling steeds groot; men is hier in den loop van de jaren het prachtige Haagsche orkest en zijn eminenten leider voortdurend hooger gaan schatten en dies komen de muziekminnaars in grooten getale opzetten des Zondagsmiddags. Dit keer waren er uitsluitend werken van Beethoven aangekondigd (ouverture Egmont, vierde en vijfde symphonie) en zoo druk was de toeloop, dat men ter elfder ure zelfs het geheele podium met stoelen vol moest zetten. Sterk blijft de aantrekkingskracht welke de scheppingen van Beethoven uitoefenen! Natuurlijk ontbreken in deze aan Beethoven gewijde dagen ook de Capet's niet, de uifmuntende kwartetspelers, die in ons land tot de meest geziene verschijningen behooren. Er heeft zich nu een comité gevormd waarin onder meer onze gezant te Parijs Jhr. Loudon en Mevrouw Loudon zitting hebben, dat in zes landen, Frankrijk, België, Nederland, Zwitserland, Italië en Spanje een circulaire verspreidt, waarin de medewerking van velen ingeroepen wordt om den edelen vertolkers van Beethoven's kwartetten, de heeren Capet, Hewitt en Delobelle een huldeblijk aan te bieden; waar en wanneer dat gebeuren zal is nog niet bepaald. Een sympathieke gedachte! Capet en zijn medewerkers, van wier kunst wij zoo genieten, hebben hun leven aan het werk van Beethoven gewijd, hebben zich uit liefde voor dat werk opofferingen getroost, zich onafgebroken moeite gegeven en daarom verdienen zij een blijk van hulde ten volle. Van harte hoop ik dat het internationale Comité van vele zijden blijken van belangstelling zal mogen ontvangen.

miniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiii hui i iiiiniiiiii i i"11 iiiiiininiiiiniiiiiHii hui

Inhoud.

Phons Dusch (met foto).

Personalia: Dr. G. F. Scheurleer f (met foto); FriedrichE.Kochf; Udelf; Xavier Privas f; Joseph Hollman f.

Over Gehoorontwikkeling (vervolg) J. H. Garms Jr,

Boekbespreking v. W.

Belangrijke Data . ' v. W.

Het praatje van de maand.