152

DE VEREENIGD

koliek leed en de kamer op en neer liep. Die symphonie (welke?) moest nota bene 's avonds worden uitgevoerd. Ook deze, dat hij bij het nazien van een afrekening na een uitvoering den paukenist in verhouding meer moest geven dan anders, waarbij B. lachend opmerkte, dat de drommel ook meer te doen heeft gehad.

Deze en meer episodes zijn, naar groote waarschijnlijkheid in 1870 door Hiller verteld, daar er in dat jaar aanleiding toe was in het herdenken van den lOOen geboortedag van Beethoven. In Keulen is dit gevierd door de uitvoering van de negende symphonie in de met krip omfloerste Gürzenichzaal.

nuruti rii rn iihii mifi inttiiiiirn ifj 111 m run i ui mij li i ii min 11 ir ii »nu it ei i ij i f i ri i nmimn hih nni 11 nni 11 n im i iihid rri h 11

Beethoven's continuo's,

A. B. Marx heeft in een aanhangsel van zijn instrumentatieleer orkest- en orgel-verbinding besproken en ze verworpen — zonder zich op Berlioz te beroepen, die het orkest keizer noemde, het orgel paus, hun machten onvereenigbaar vond en ze dan ook in zijn Te Deum liet beurtwisselen. De Duitsche theoreticus oordeelde, dat het orgel, verstoken van de levende schakeering der orkestorganen maar in het onveranderlijke toonaanhouden hun meerdere, met hen te samen moet schaden en geschaad worden. Hij zag een tegenwerping aankomen en was gereed tot afweer. Beethoven had wel in zijn groote mis een orgelpartij gemaakt, maar een nergens obligate, nergens individualiseerende; die kon niet tot zijn scheppen behooren; achteraf moest hij ze vervaardigd hebben, 't zij wegens abstracte voorstelling van een plicht om 't heilige feest ook mee te laten vieren door het toch vooral kerkelijk organon, 't zij wegens beduchtheid voor zwakte van het orkest in de wijde kerkruimte, dus eigenlijk louter als bijvoegsel, middel tegen de fouten van een improviseerend generaalbasspeler.

Zulk een improvisator was Beethoven te Bonn in zijn jeugd zelf geweest, denkelijk een die zich niet vergiste maar vrijheden

TIJDSCHRIFTEN

nam, misschien eens om een verwaand zanger op de proef te stellen (daar is een verhaal over) en allicht meermalen uit orchestratielust, zooals de jonge Mendelssohn bij 't musiceeren waartoe de monniken van Engelberg hem hadden genoodigd en waarvan een zijner aardige Zwitsersche brieven een beschrijving geeft:

So nahm ich denn meinen Platz mitten unter den Mönchen, der wahre Saul unter den Propheten; neben mir strich ein böser Benedictiner den Contrabasz, einige andere Geige; einer der Honoratioren geigte vor. Der pater praeceptor stand vor mir, sang Solo, und dirigirte met einem armdicken, langen Prügel; die Eleven des Klosters machten den Chor in ihren schwarzen Kutten; ein alter, reducirter Landmann spielte auf einer alten, reducirten Hoboe mit, und ganz in der Ferne saszen zwei, und tuteten still in grosze Trompeten mit grünen Quasten. Und mit alledem war das Ding sehr erfreulich; man musste die Leute lieb haben, denn sie hatten Eifer, und alle arbeiteten so gut sie konnten. Es wurde eine Messe von Emmerich qeqeben; ieder Ton hatte seinen Zopf und seinen Pulver; ich spielte treulich den Generalbasz aus meiner bezifferten Stimme; setzte von Zeit zu Zeit Blaseinstrumente hinzu, wenn ich mich langweilte, machte auch die Responsoriën, phantasirte auf das gegebene Thema, muszte am Ende auf Begehren des Pralats einen Marsch spielen, so hart es mir auf der Orgel ankam, und wurde ehrenvoll entlassen.

In 1807, toen Beethoven de c duur mis, de zoogenaamde kleine componeerde, dacht hij zeker aan zijn Bonnsche praktijk. Maar hij wilde geen zelfstandigheid van het orgel, gaf trouwens ook aan het orkest een taak van bescheiden dienen, en schreef een nauwkeurige basbecijfering, die niet alleen accoorden en sterngangen maar ook liggingen, absolute toonhoogten bepaalt, zoodat bijvoorbeeld herhaaldelijk het cijfer 10 voorkomt. Later scheen hem dat niet voldoende; hij besloot de cijfers te vervangen door no-