CAECILIA EN HET MUZIEKCOLLEGE

213

plaats van solo-violoncelist te aanvaarden in de Philharmonie te Berlijn. Louis Boer is le luitenant der grenadiers, directeur van de Koninklijke Militaire Kapel. Van zijne voorgangers verwierven zich naam: Nicolaas Bouwman en zijn ranggenoot Kapitein Dunckler.

Een vorstelijk en beroemd veldheer was Frederik de Groote, die componeerde en uitmuntend fluit speelde. Het zal den weiwillenden lezer niet moeilijk vallen, in een muzieklexicon de vorstelijke muziekbeoefenaars na te gaan, beginnende bij den gemaal van Koningin Victoria; hij componeerde missen, een opera en liederen. De lezer zal in den lexicon zijn weg gemakkelijk vinden. Zijn niet alle vorsten uitvoerders, de lezer vindt dan voldoening bij tal van groote en kleinere potentaten, kerkvorsten inbegrepen, die de kunst en kunstenaars beschermden. Hertog Albrecht van Pruissen (gestorven 1568), die den grondslag legde voor de ontwikkeling der muziek aan het Pruissische hof, was een der velen. Iedereen kent trouwens de beschermers van Schubert.Wagner, dr. Erck, Sir Elgar e.a. Hertog Ernst II van SaksenCoburg-Gotha componeerde zelf, schiep hymnen, cantates, liederen, een tweetal operetten en een vijftal opera's, die meermalen met succes zijn opgevoerd. Hij stierf in het jaar 1893. Napoleon riep, ondanks Cherubini's scherpe uitspraak over 's Keizers muzikaal oordeel, den grooten kunstenaar naar Schönbrunn als leider der hofconcerten. Een nobele daad van Napoleon! Op andere, op pijnlijke wijze werd Cherubini, de Inspecteur van het Muziekonderwijs getroffen, toen de Restauratie zijn Conservatoire ten val bracht.

Desgelijks heeft democratie in Weenen dezer dagen de Weener opera omgebracht, die zonder het edelmoedige voorbeeld van Keizer Jozef II niet bestaan kon. Toen ik te Weenen woonde, heb ik den weldadigen invloed van aristocratie-naar-den-geest leeren waardeeren; thans gaan er de kun¬

stenaars om brood; Sowjet-Rusland beschermt althans de lyrisch-dramatische kunst (behoudens censuur) en het ballet. Keizer Jozef II voornoemd, koning van Hongarije, was volbloed-militair, past aldus in het kader van dit schrijven. Jozef I, Leopold en Ferdinand (de laatsten stierven resp. in 1705 en 1653) waren zelf goede componisten, tevens muziekbeschermers.

Door de geschiedenis der menschheid heen, hebben lier en zwaard elkander niet uitgesloten; veeleer beoefenden begrijpelijkerwijze hooger-beschaafden in eiken, ook in den militairen stand de muziek, en bewezen daarmede aan de gemeenschap goede diensten. Het is voor den intelligenten lezer niet noodig, dat ik de lijst tot Koning David, die harpspeler was en psalmen schiep, laat opklimmen.

Trouwens, waar militairen-van-overtuiging idealisten zijn, gereed om actieve vaderlandsliefde door daden te toonen, daar mag het niemand verwonderen, dat minstreels, barden, rhapsoden en onze musici zich aan hunne zijde scharen, front makende tegen laagdenkenden.

Zoo verklaart zich, dat volbloed-burgers als Schubert prachtige militaire marschen schreven. Zoo verklaren zich de Eroïca, Ein Heldenleben, de 11e Simfonie van Haydn en de muzikale onderlijning van nationale hymnen en van aangrijpende scènes in drama of opera. Een autodafé zal noodig zijn, om communisten, om actieve vaderlandsliefde te bestrijden. Daarna echter zullen de onsterfelijken zich des te meer doen gelden.

Marschen zullen te allen tijde den voet van den soldaat bevleugelen; een kniesoor, die het stimuleerend element niet voelt! Zij wekken gemeenschapszin en weren vermoeienis. Zij bezielen.

„La vocation religieuse de la musique n'a d'égale que sa vocation guerrière. Servante de Dieu et de 1 eglise, elle ne 1'est pas moins de la patrie.