284

DE VEREENIGDE TIJDSCHRIFTEN

koorpendanten. Maar in duizenden vertrouwelijke woningen waren ze bemind. Dat zullen ze nog wel zijn en blijven.

v. W.

■riiinriiiiiritrifiiiii)iriiiiiitt(]iiifiii[iiiifiirirniitiiiiiiifniiiiiiirii}iiiiii(itiiiiiiiniiiiiriitiiiitiiiiiiiitiiiiifiiiirnitiiiiiiiiiiiii Het Praatje van de Maand.

De „Allgemeine Caecilien-Verein" te Keulen, een vereeniging als de Gregorius vereeniging ten onzent, een vereeniging die streeft naar verbetering en verheffing van de R. K. Kerkmuziek, de „Allgemeine Caecilien-Verein" bestaat zestig jaar en heeft te dier gelegenheid een kerkmuziekfeest georganiseerd in de oude stad van den Dom. In het begin van deze maand is gedurende de Pontificale Hoogmis een nieuwe Mis van onzen landgenoot Hubert Cuypers ten gehoore gebracht: „Missa in honorem S. Caecilia'; de onder Cuypers' leiding staande „Schola cantorum" heeft de compositie vertolkt. Een nieuwe onderscheiding voor Nederlandsche kunst en kunstenaars!

Trouwens, daar hoort men voortdurend van! En dan van onderscheidingen, die ineens doen zien het belachelijke van het praatje, dat wij geen Opera er op na zouden kunnen houden, omdat wij de zangers en zangeressen niet bezitten. Is Jos. Groenen niet aan de Opera te Weenen, Gerrit Visser aan die te Stuttgart, heeft Joy Mac Arden geen successen geboekt te Monte Carlo en Londen, Sonja ten Kate te Weenen als Carmen? En hooren wij soms niet telkens van Elisabeth Ohms, die „hochdramatische" is aan de Beiersche Staats-Opera te München, die door Toscanini gevraagd wordt te Milaan mede te werken en hebben wij thans bij de vertooning van „de Tooverfluit" door de Coopera-tie niet kennis gemaakt met Annie van Kruyswijk, die sedert een jaar of drie als coloratuurzangeres verbonden is aan de Opera te Wiesbaden? Gelooft u maar gerust, dat wij met onze zangeressen en zangers een opperbeste Opera in het leven

zouden kunnen roepen, wanneer er maar het geld was om de menschen een behoorlijk gehonoreerde en vaste positie aan te bieden.

De ,,Co-opera-tie" zal weldra haar vijfden verjaardag vieren. Voor een Nederlandsche Operaonderneming is vijf jaar al een heele leeftijd; gewoonlijk waren onze Opera's binnen een jaar op de flesch. Misschien zijn voor de „Co-opera-tie" de moeilijkste jaren achter den rug, zal het publiek langzaam aan weer vertrouwen in de zaak gaan krijgen. De eerste voorstelling in dit seizoen van Carmen heeft de overtuiging geschonken, dat de directie alles in het werk wil stellen om met een bevredigend geheel voor den dag te kunnen komen; er was blijkbaar hard gestudeerd en dientengevolge kon het ensemble (koor en orkest waren zeer te loven) met eere genoemd worden. Ook waren er nieuwe decors; als men jaar in jaar uit tegen dezelfde dingen aangekeken heeft, wil men wel eens wat nieuws hebben. Nu nog een stel nieuwe zangkrachten en de „Co-opera-tie" zal er zijn! Het bezit van een goede Opera is een landsbelang! Dat ieder dit begrijpe en de zaak naar krachten steune! Het is van den zomer nog duidelijk geworden, toen er veel vreemdelingen in ons land waren, dat het niet aanwezig zijn van een goede Opera als een groot bezwaar gevoeld werd. Een Franschman, te Rotterdam voor het bezoeken van de groote tentoonstelling, vroeg mij welke Opera hij des avonds zou kunnen bezoeken en toen ik hem antwoordde, dat wij er geen Opera op na hielden keek hij me aan alsof hij zeggen wilde: „hou je me nou voor het lappie?"

De muziekcriticus van de „Telegraaf", Louis Arntzenius, is te Wiesbaden opgetreden als dirigent en heeft bij die gelegenheid slechts composities van Nederlanders ten gehoore gebracht, o.a. het Piano-concert van Willem Pijper, waarbij de componist zelf de solopartij gespeeld heeft. De