■JO bescheiden uit de archieven der marine, enz.

18. Fannius Scholten aan Verdooren.

27 Nov. 1813 l).

Ik haast mij U W.E.Gestr. mede te deelen de depêche, die ik zo even van den Majoor (lees : generaal-majoor) van der Plaat ontvang, dezelve is in allen opzichte belangrijk 3). Wij verzoeken, dat U E.Gestr. spoedig de nodige pressing van schepen gelieft te effectueeren ten einde daarmede het corps Cosakken en veldstukken herwaarts over te brengen ; tot alle middelen, welke U W.E.Gestr. daartoe nodig mocht hebben, wordt U W.E.Gestr. door ons geauthoriseerd.

[Verdooren gelastte daarop onmiddellijk twintig gepreste vaartuigen naar Nijkerk te zenden, welke onder leiding van luitenant van Ommen, assisteerende den equipagemeester roepel, naar Nijkerk vertrokken. Den 30™ Nov. kwam van ommen mondeling rapporteeren, dat de Kozakken bereids hun weg overland hadden genomen, en hij derhalve dadelijk met zijn schuiten uit Nijkerk was teruggekeerd].

(Wordt vervolgd).

JOHAN EN CORNELIS DE WITT.

De oprichting van een standbeeld voor de beide mannen, wier naam onuitwischbaar staat gegrift in de geschiedenis van het Nederlandsche Zeewezen, is in voorbereiding en tot zekere hoogte gewaarborgd. Niet echter geheel. Een bericht, dezer dagen door de pers verspreid als zou zij reeds verzekerd zijn, is minder juist. De Commissie, die zich de oprichting ten doel heeft gesteld, is nog niet waar zij wezen moet, en nog velen in ons land en daarbuiten zullen aan haar roepstem om een bijdrage gehoor moeten geven, wil naar zeemanstrant het lek geheel boven water zijn.

Het is om die reden, dat de Commissie met dit eenvoudig woord de Marine herinnert aan de groote beteekenis, niet

1) Uit Amsterdam. - Archief Amsterdam.

2) Zie dien brief bij Col. VI. 3e stuk, Inl. 130. Van der Plaat had in Nijkerk ± 500 Kozakken ontmoet onder majoor Elsenvangen, en schreef daaromtrent o. a. : „Wanneer U W.E.G. vaartuigen tot inscheping dezer 500 cozakken op Amsterdam kunt zenden, zullen dezelve voor de sluis moeten blijven liggen, waar de paarden zeer goed geëmbarqueerd kunnen worden".