HET TURKSCHE RIJK IN EUROPA.

vijandelijke eskaders. De Grieksche vloot liep echter niet in de val en de artilleriestrijd bleef onbeslist, met dien verstande dat de laatste zich als meester ter zee handhaafde. Het voordeel hiervan bleek reeds toen een Bulgaarsche divisie onder dekking van een Grieksch eskader van Dede-Agatsj naar Saloniki en in December een deel van het Grieksche leger van Saloniki over zee naar de operatiebasis ArtaPrevesa werden overgevoerd, alwaar het laatste naar Janina moest oprukken.

Voorwaar de Turksche Marine heeft in dezen oorlog een pover figuur gemaakt, eenig in de annalen der krijgsgeschiedenis ter zee.

Dat Griekenland later weigert deel te nemen aan den wapenstilstand is het gevolg geweest van de indolentie der Turksche vloot welker materieel stellig tegen dat der Grieksche was opgewassen.

Deze kon toch moeielijk de verkregen voordeden prijs geven, moest dus de Turksche vloot binnen de Dardanellen houden. Troepentransporten van Smyrna naar Gallipoli voorn.1. waren dan vanzelf uitgesloten, en de kust van Albanië kon dan met de noodige vrijheid van beweging worden geblokkeerd. Na den wapenstilstand brengt het kruisertje „Hamidié" eenige sensatie in dezen operette-zeeoorlog door gedurende den nacht van 15 op 16 Januari 1913 ongemerkt uit te breken en hier en daar als solitair partijganger ontsteltenis te verwekken ; voorwaar eene loffelijke uitzondering op de Turksche vloot. Al zijn de gevolgen van dit optreden niet ver strekkend geweest, de „Hamidié" heeft bewezen, dat er met dapperheid en stoutmoedigheid heel wat te bereiken is en dat — als de Turksche vloot dit voorbeeld in haar geheel had gevolgd — zij de Grieksche benauwde oogenblikken had kunnen bezorgen.

Zoo verraste de „Hamidié" (Commandant RlOEF Bei) den i6en Januari 1913 de „Macedonia" in de haven van Hermypoïis, eiland Syra, en boorde haar in den grond. Daarna kwam zij den I9en te Port-Said, kruiste een tijd in de Roode zee en kwam in Februari te Malta. Telkens wist zij de waakzaamheid der Grieken te verschalken en de Grieksche transporten en den handel te harceleeren. Het optreden van de „Hamidié" prikkelde natuurlijk de Turksche Dardanellenvloot, welke den i8en Januari 1913 onder bevel van RAMSI Bei zee koos met het doel, om de Grieksche vloot bij Lemnos verrassend aan te vallen ; slechts de kruiser „Assar i Tewki" bleef achter in de Zee van Marmora. Aan de handeling was 's avonds tevoren eene verkenning door den kruiser. „Medjidié"